Nu hebben we in Museum Gouda door Colenbrander beschilderde biscuits, dat is aardewerk dat een keer is gebakken.
Colenbrander werkte een jaar voor Plateelbakkerij Zuid-Holland in Gouda. Hij woonde in Hotel De Pauw in Arnhem. Een koerier bracht hem de matte vazen. Hij tekende er vormen op met potlood, beschilderde ze met aquarelverf en zette aanwijzingen op de onderkant. De koerier vervoerde ze weer naar Gouda, waar Van der Ham de ontwerpen overnam en de tweede ovengang plaatsvond.
Een beschilderd biscuit en de tweemaal gebakken pul |
Hendrik en Sientje Mesdag waren naast schilders ook zakenmensen en kunstverzamelaars. Hendrik was aandeelhouder van de NV Rozenburg en ze besloten veel werk van Colenbrander aan te kopen. Een groot deel is bijeengebracht in hun museum Mesdag Collectie.
Colenbrander's ontwerpen waren bewerkelijk, hij kon zo maar 10 soorten geel gebruiken op een vaas. En hij was kritisch. Bij een bezoek aan de fabriek zei hij tegen een medewerkster die aan een van zijn ontwerpen werkte: "Ga eens opzij". Ze stond op en hij sloeg de vaas kapot met zijn stok. Ze was er al een week mee bezig.
Ook in Gouda kwam er gedoe. Colenbrander was niet tevreden over de kwaliteit van het resultaat, een nieuwe techniek waarbij eerst werd geglazuurd en het decor op het glazuur werd aangebracht. Maar ook nu bleek de verkoop niet goed te lopen.
Colenbrander was niet bang uitgevallen. Na zijn periode bij Rozenburg was hij aan de slag gegaan als ontwerper van tapijten, interieurs en boekbanden. Hij woonde in hotels als de zaken goed gingen, in mindere tijden in pensions. Ondanks zijn humeurigheid had hij een schare fans opgebouwd. Eerder al de Mesdags, maar na zijn tijd in Gouda financierden vrienden een eigen fabriek voor hem. Plateelfabriek Ram in Arnhem beschikte over de beste klei, baktechnieken en verven. Colenbrander werd geen stroobreed in de weg gelegd. Bijzonder voor een auto-didact, die inmiddels de 80 gepasseerd was.
Hij was als jonge man in de leer geweest bij de stadsarchitect van Doesburg en was aan het werk geweest bij de Wereldtentoonstelling in Parijs. Daar ontmoette hij kunstenaars en besloot later decors te gaan ontwerpen voor keramiek. Nu wordt hij gezien als de eerste industrieel ontwerper, een pionier op het gebied van art-nouveau. Hij gaf als eerste zijn ontwerpen namen, zoals 'Dwarrel', 'Warrig' 'Woest en ledig' en 'Kantwerk'.
Na drie jaar wilde de directie van Ram ook andere ontwerpen in productie nemen, want er werd niet veel verkocht. Colenbrander pikte het niet en stapte op..