Daar zie je wat technische innovaties voor impact hebben. Zowel in Frankrijk, Barbizon, als in Nederland, leidden twee volstrekt verschillende innovaties, de aanleg van spoorlijnen enerzijds en de uitvinding van de tube, ertoe dat schilders vanaf 1840 hun ateliers uitgingen, op de trein stapten en de natuur introkken om deze te schilderen.
In Oosterbeek was dat in 1841 Johannes Warnardus Bilders, een gedreven romanticus, die die dol was op de woeste natuur en die ging schilderen. Hij verzamelde jonge schilders om zich heen, die later de kern vormden van wat we de Haagse School, het Nederlandse impressionisme, zijn gaan noemen.
Tegelijk met de spoorlijnen gingen de nieuwe rijken van die tijd, vaak vermogend geworden in de industriƫle revolutie, "buitens" op het platteland betrekken. In Oosterbeek nam de schrijver Kneppelhout, nu nog enigszins bekend van zijn studentenverhalen die hij schreef onder het pseudoniem Klikspaan, zijn intrek in landgoed De Hemelsche Berg. Zijn vrouw en hij namen een aantal schilders onder hun hoede.
De schilders namen een reisezel en een verfkist met tubes mee. Tubes zijn een Amerikaanse uitvinding. De tubes waren zinken cilinders met verf, eerst aan beide zijden dichtgeknepen, later voorzien van een dop. Daar de verf in een buisje te bewaren droogde hij niet op en kon gemakkelijk meegenomen worden. En een hele vereenvoudiging nu er geen pigmenten meer gemengd hoefden te worden.
Gerard Bilders, geboren in 1838, woonde vanaf 1841 een aantal jaren in Oosterbeek. Zijn vader schilderde er. Dat was Johannes Warnardus Bilders, waar we het net al even over hadden. Hij was zo romantisch dat hij de jonge schilders doopte bij de Wodanseiken bij Wolfheze.
Kneppelhout werd de mecenas van Gerard Bilders. Hij stuurt hem naar Zwitserland en steunt hem een aantal jaren financieel. Gerard volgt tekenles en krijgt een vergunning om in het Mauritshuis te schilderen. Potter's Stier was zijn favoriet.
Gerard is onder de indruk als hij in Brussel een expositie van schilderijen van Franse schilders die buiten schilderden bezoekt. Het werk van bijvoorbeeld Troyon en Corot inspireert hem. Buiten schilderend ontwikkelt hij een credo: "Ik zoek naar een toon die wij 'gekleurd grijs' noemen, dat is: alle kleuren, hoe sterk ook, zodanig tot een geheel gebracht dat ze indruk geven van een geurig, warm grijs".
Heel anders dan het impressionisme in Frankrijk. Door de hevigheid van het licht en de atmosfeer leidde dit tot het pointilisme, het trillende, iriserende licht dat zijn regenboogkleuren over alles wierp. Maar ook de Franse impressionisten hebben Nederlandse inspiratie, ze hebben een 17e eeuwse meester als Ruysdael goed bestudeerd.
Mijn boek, 'De Haagse School' van Jos de Gruyter uit 1969, wijst op Bilders' schilderij 'Opheusden' en prijst de ingetogen sterke kleurstellingen en zijn ongedwongen weergave van de ruimte en van het verloop van het terrein.
Gerard werd maar 26 jaar. Schilder van aandoenlijke zuiverheid en sprankelende intensiteit.
Gerard Bilders schilderde het schilderij dat nu Weidelandschap bij Opheusden heet toen hij 22 was. |