Een trotse conservator Josephina de Fouw vertelde ons, de vrijwilligers van Museum Gouda, afgelopen week over de tentoonstelling over Pieter Pourbus. Geboren in 1523 of 1524, ging hij al snel naar Brugge en schilderde er triptieken, portretten en was ook cartograaf en waterstaatkundige. Ze vertelt over de ontdekte ondertekeningen, over de Van Belle -triptiek die voor het eerst Brugge na meer dan 450 jaar verlaten heeft. Van Pourbus zelf weten we niet veel meer dan wat Karel van Mander in zijn befaamde Schilderboeck (1604) meldde: in 1523 of 1524 geboren in Gouda, jong naar Brugge gegaan. Zijn vader was waarschijnlijk schilder, evenals zijn zoon en kleinzoon. Ook Vasari, de eerste Italiaanse kunsthistoricus maakt melding van Pourbus.
Na de tentoonstelling in Brugge over vergeten meesters, zet Museum Gouda Pieter Pourbus in de schijnwerpers.
De afgelopen tijd heb ik de verbouwing meegemaakt, de schilders, de opwinding bij de aankomst van de geleende schilderijen. Het is een feest om de schilderijen te zien. Hoog-Renaissance, zo mooi.
In de krant meldt de directeur te hopen op 25.000 bezoekers. Het lijkt me veel en help het hopen. Ik verheug me erop ze te ontvangen.
Het is onbekend wie deze vrouw is. Lang is gedacht dat het Queen os Scots Mary was. Het is uitgeleend door de National Gallery of Scotland in Edinburgh |
Gisteren in het Cultuurnieuws van NRC las ik twee stukjes over enorme bezoekersaantallen. Marcel van Roosmalen ging met zij tweejarige dochter naar het Nijntje Museum en mocht niet naar binnen omdat het vol was en er op last van de brandweer geen mensen meer werden binnengelaten. Ernaast een artikel over de Jheronimus Bosch-tentoonstelling die het Noordbrabants Museum deed ontploffen. Het museum hoopte op 120.000 bezoekers per jaar en kreeg er in een paar maanden 420.000 voor Jeroen Bosch.
Het inschatten van bezoekersaantallen lijkt allemaal een beetje koffiedik kijken. De museumwereld is zo in beweging. Subsidiebedragen zijn teruggeschroefd, het was een tijd armoe troef. Museum Gouda verkocht in die tijd zelfs een Marlene Dumas. Nu worden publiekstrekkers georganiseerd en allerlei financieringsbronnen aangeboord. In ruil voor het lenen van een werk wordt het gerestaureerd of wordt een vitrine gemaakt. The Guardian noemde de tentoonstelling in Den Bosch een van de tentoonstellingen van de eeuw. Het Noordbrabants Museum hoefde de subsidie niet aan subsidiegever privincie Noord-Brabant terug te geven maar mocht de opbrengst investeren en maakte plannen onder de toepasselijke naam "nieuwe ambities". Wat een impuls. Het museum lijkt er beduusd van.
Ik weet het nog wel. Ik kreeg ook het gevoel dat ik de tentoonstelling in Den Bosch gezien moest hebben en was trots toen in de Accademia in Venetie was en er zag dat een aantal werken aan het Noordbrabants Museum waren uitgeleend.
Maar de pret werd een beetje bedorven door het idee een ticket met een timeslot te moeten kopen en voetje voor voetje langs de schilderijen te gaan schuivelen.
Ik hoop dat veel mensen van de prachtige schilderijen van Pieter Pourbus komen genieten en we een recordaantal bezoekers krijgen. En dat museum Gouda geinspireerd nog meer nieuwe tentoonstellingen gaat maken.
En ondertussen ga ik het liefst op een rustige morgen de Marskramer van Jeroen Bosch bekijken in Boijmans.