Sunday 23 September 2018

Touwtrekken om Rembrandt

Het klonk als een sprookje: onbekende Rembrandt ontdekt; voor het eerst in 40 jaar. Het gaat om een roodharige jongen, waarschijnlijk een achtergrondfiguur van een oorspronkelijk groter doek.
Het onlangs aan Rembrandt toegeschreven schilderij, waar de commotie over is. 

Het ontdekte schilderij is misschien deel geweest van een groter schilderij

Jan Six, een jonge kunsthandelaar, kwam er mee naar buiten. Hij is een nakomeling van de Jan Six die Rembrandt in 1654 schilderde; dat schilderij uit 1654 hangt in het Six-huis aan de Amstel. Het pas ontdekte schilderij, de rossige jongeman, hing in de nieuwe Hermitage, er schuin tegenover. Geert Mak heeft een bestseller geschreven met de Jan Six uit 1654 op de omslag: een geschiedenis van Amsterdam aan de hand van de familie Six.

Jan Six in 1654


Jan Six publiceerde het verhaal van de ontdekking van de Rembrandt met de rossige jongen.

En dan een paar dagen geleden het verhaal dat kunsthandelaar Sander Bijl het schilderij ook ontdekt had en dacht er afspraken over te hebben gemaakt met Jan Six.

Het werd door Sotheby's aangeboden als een werk uit de omgeving van Rembrandt. Six beweert dat Ernst van de Wetering, de Rembrandt-expert die de authenciteit bevestigde, had laten vallen dat de Rembrandt werd aangeboden. Expert over de rooie. "Daarom heb ik me nooit met de kunsthandel ingelaten!" "Mijn vriendschap met Six is voorbij", kopt NRC. Sander Bijl verwijt Six met een ander een boven het met Bijl besproken maximum-bod uitgebracht te hebben en met de eer te zijn gaan strijken. Bijl eist zijn deel. Het wordt een moddergevecht en Six gooit er nog een schepje bovenop, hij zegt dat Bijl nooit een spraakmakende ontdekking heeft gedaan.

Voor mij als leek wordt er een tipje van de sluier opgelicht van hoe het er aan toe kan gaan in de kunsthandel. Het sprookje is een grieks drama geworden met haat en nijd, jaloezie, familiebanden, wraak en namen die te grabbel worden gegooid.

Wat Rembrandt er van zou hebben gevonden zullen we nooit weten. Wel weten we dat Rembrandt's leven ook niet bepaald rimpelloos verliep. Hij kwam uit een redelijk bemiddelde familie, was al jong een succesvol schilder, die ook werk verkocht. Het was echte liefde tussen hem en Saskia. Zijn vrouw Saskia van Uylenberg was vermogend. Tot zover het goede nieuws. Drie van hun vier kinderen sterven jong. Als Saskia en Rembrandt een mooi huis kopen, het tegenwoordige Rembrandthuis aan de Jodenbreestraat in Amsterdam, doen ze een aanbetaling. Maar Rembrandt koopt kunst en kledingstukken die hij schildert. Saskia sterft als ze 29 is. Haar bezittingen laat ze aan haar jonge zoon na, omdat ze de koopdrift van haar man niet vertrouwt. Als na zes jaar de rest van de koopsom betaald moet worden, lukt dat dan ook niet. Rembrandt wordt failliet verklaard, zijn huis uit gezet en verliest zijn lidmaatschap van het schildersgilde; hij kan geen schilderijen meer verkopen. Geertje Dirxx neemt de zorg voor Titus op zich. Zij en Rembrandt krijgen een verhouding. Als Rembrandt zijn belofte om met haar te trouwen verbreekt, daagt ze hem voor het gerecht. Rembrandt wint het geding, met de verplichting haar te betalen. Om hieraan te ontkomen laat hij haar krankzinning verklaren en in een spinhuis in Gouda opnemen. Daar stel ik me zoiets bij voor als de dwangarbeid bij de zusters van de Goede Herder, die niet zo lang geleden nog bestond.
Zijn zoon en nieuwe partner Hendrickje Stoffels beginnen een kunsthandel. Ze verkopen er het werk van Rembrandt en Rembrandt is bij hen in dienst. Rembrandt bleef tot zijn dood financiele sores houden. Sommige schilderijen krijgt hij terug van de opdrachtgever omdat ze niet voldoen aan de verwachtingen. Een opdachtgever bijvoorbeeld vindt het te grof geschilderd. Zijn historiestuk voor het nieuwe stadhuis in Amsterdam (het huidige Paleis op de Dam), De samenzwering van Claudius Civilis, krijgt hij terug en snijdt hij in stukken om het in delen te verkopen. Zijn zoon sterft, evenals Geertje. Rembrandt krijgt uiteindelijk een paupersgraf in de Westerkerk.

Nee, ik denk dat Rembrandt niet met zijn ogen geknipperd zou hebben als hij van het getouwtrek van nu had geweten.

Monday 3 September 2018

Kunst uit je jeugd

De Escher- tentoonstelling in het Fries Museum in Leeuwarden was fascinerend. Perfect gepresenteerd klopte alles. De tekst, het gerichte licht. Je kon een selfie maken van de litho "Hand met spiegelende bol". Ik had een paar landschappen gezien in Den-Haag, maar werd er nu echt door gegrepen. Ik werd weer verliefd op San Gigminano en Siena, Escher laat een prachtige regelmaat en structuur zien. Wat jammer dat hij zich niet gewaagd heeft aan het Friese landschap.



Escher's spel met de werkelijkheid inspireerde hedendaagse kunstenaars in de mischien nog wel indrukwekkender tentoonstelling Phantom limb op de bovenverdieping. Aan het eind dacht ik Escher te begrijpen.

Michiel Kluiters.  Net als Escher kan hij  het niet laten te spelen met de onomstotelijke werkelijkheid.

Luminal van Matthijs Munnik. Je raakt in verwarring in een ruimte met hallucinerende kleuren en wanden zonder begin en eind

Fantasische trompe l'oeils van Lieven Hendriks

De tentoonstellingsaffiche was heel bekend voor me. De houtsnede Dag en nacht staat erop. Een reproductie hing bij ons thuis in de keuken. Ik zat er tijdens het eten vaak naar te kijken.

Sommige kunst ken je al heel lang. In het geval van Escher bood dit werk daarom weinig nieuws. Escher maakte houtsnedes, lino's en litho's. Gemakkelijk reproduceerbaar. Dat deed Escher dan ook veel. De laatste periode was hij vooral daar mee bezig met en kwam hij nog amper toe aan het maken van nieuw werk.

Niet altijd maakt bekend bemind. Toen ik klein was hing er een reproductie van De Zaaier van Van Gogh bij ons boven de kolenkachel. Ik was er bang voor. Het was voor mij duister, een klein schilderij in een zwarte lijst en de grote figuur van de zaaier kwam dreigend op me af. Ik kan me niet herinneren ooit mijn ouders gevraagd te hebben waarom ze het hadden opgehangen. Misschien omdat het verwijst naar Christus, de zaaier. Het kreeg in ieder geval geen plek in ons nieuwe huis. Jarenlang heb ik Van Gogh links laten liggen. Pas toen ik de zaaier in het echt zag in Amsterdam, met helder blauw en de gele bol wol, de zon, in een groene lucht met roze, begon het werk te leven.
Ik denk dat we thuis een b-kwaliteit reproductie boven de schoorsteen hadden hangen. Niet doen. Een extra reden om in mijn huis origineel werk op te hangen. Of de fries Escher.