Thursday 31 January 2019

De surrealistische wereld van Jan Svankmajer

Een van de leukste dingen aan andere mensen is dat ze anders zijn. Mijn zoon Mark is echt een kind van mij, dat zie je zo, en ook helemaal zichzelf. Hij nodigde me uit naar Eye te gaan. Naar Jan Svankmajer, The Alchemical Wedding. Eigenlijk hoort er een dakje op de s, het is een Tsjech. Van Mark z'n voorliefde voor Tsjechische filmmakers was ik al wel op de hoogte, nu kon ik kennismaken met een van zijn idolen.

Toen Eye zich vestigde in 2012 kon ik me niet zo veel voorstellen bij een filmmuseum. Films moet je toch gewoon zien! En als je een film goed vindt, ga je er gewoon zo veel mogelijk zien. Ik was dan ook nooit verder dan het terras van het gebouw in het Vondelpark gekomen, waar voorheen het filmmuseum was.
Een prachtig gebouw aan het IJ, Noord op de kaart, ja dat zag ik allemaal wel. Een collectie camera's oke, maar pakweg twintig films zien?
Ik ging wel natuurlijk, de bedenkers hadden vast betere ideeen dan ik. Maar aan het eind van de Fellini-tentoonstelling was ik toch een beetje Fellini-moe. En dat leek me niet helemaal de bedoeling van een cinematografisch museum. Maar dat was 2013. Sindsdien zag ik vorig jaar Alex van Warmerdam en nu dus Jan Svankmajer.
Van Warmerdam is een gezamenlijke liefde van Mark en mij. Bij multitalent Van Warmerdam zag ik meer van zijn beeldend werk, ik had altijd wel de affiches van de films bewaard en zag nu ook heel mooi geschilderd werk en installaties. En ineens naast de beklemming al die gewelddadige scenes met vrouwen, spooky! De affiches hangen nu trouwens boven het bed van mijn zoon.

Van Svankmajer zag ik van tevoren wat stop-motionfilmpjes op youtube en Mark vertelde me dat de animaties in de tv-programma's van Monty Python op hem geent waren. In Eye gingen we die afgesloten tentoonstellings-ruimte in. Het had op mij het effect alsof ik in een parallelle surrealistische wereld stapte. Films natuurlijk, schilderijen, wonderlijke dieren, Wunderkammers, laatjes met ondefineerbare inhoud, we kwamen ogen tekort. Mark was al er al eerder eens geweest, had niet alles kunnen zien in een keer. Svankmajer laat de ziel van dingen zien. Het was of ik in zijn hoofd zat, in het hoofd van een ander met heel andere obsessies dan ik en het was allemaal volkomen begrijpelijk wat ik zag. Ultiem escapisme, lijkt het, met humor en een onderstroom van machtsmisbruik.


Arcimboldo-hoofden (ook een Tsjech), die desintegreren en transformeren in stop-motion

Een opgezette vos met een schijf van steen ter afsluiting van zijn romp, halverwege zijn lijf en kop


Het innerlijk verbeeld met automatisch tekenen, met versieringen, die zich ook in ons innerlijk moeten bevinden, volgens Svankmajer.

Ontbijt gezien als arbeidersklasse, lunch als middenklasse en diner als elite. Een man die een voetbalwedstrijd volgt op teve en alle mensen blijken hijzelf te zijn en het aantal doden bepaalt de stand. Hoofden van klei die elkaar verslinden, fantasiedieren die er bedrieglijk echt uitzien; een man in huis tegen wie alle dingen zich keren, laatjes met bezielde inhoud die Svankmajer verzorgde en koesterde om onheil te bezweren. Ik zag weinig kleur, maar zorgvuldig gemaakte vormen, die commentaar geven op de wereld en laten zien wat de maker doet om stand te houden in het dagelijks leven.
Wat van meet af aan duidelijk is is hoe ongelooflijk creatief deze man is. Toen zijn films verboden werden - in de communistische tijd- ging hij schilderen en collages maken. En hoewel hoogbejaard, werkt hij nog steeds.

Op een bankje bij een film, zat je in een zuil van geluid, de muziek kwam uit de bank en van boven. Er was veel te beleven, maar hierdoor en de uitgekiende uitlichting en opstelling kon je je goed focussen. Mark zag weer heel andere dingen dan ik, fascinerend! Een van de leukste dingen aan kunst is meegenomen worden in een andere wereld.


Thursday 10 January 2019

Antoine Vollon en zijn revolutionaire stillevens





Het spraakmakende schilderij heet kortweg Courge

Met dit schilderij zorgde Antoine Vollon (1833-1900) in 1880 voor een sensatie. Een oranje pompoen met vaag een ijzeren pot en koperen pan en een bruine achter- en ondergrond. De pers smulde ervan.
"Dode natuur getransformeerd in levende natuur door de magische toverstaf van het penseel van de schilder", kopte een krant.
De Franse Salon schreef in die tijd voor hoe en wat er geschilderd moest worden. Je hoorde historiestukken of figuren te schilderen in een ambachtelijke techniek. Het stilleven stond in laag aanzien, maar was ondertussen heel populair bij het publiek. Vollon schilderde vooral stillevens en dat herinnerde de Fransen aan de populaire 18e eeuwse Chardin. Chardin en Vollon waren erg in trek.
Er ontstond een strijd tussen de strenge wetten die studenten aan de Ecole des Beaux Arts leerden en golden in de Salon en het groeiende publiek dat zich schilderijen kon veroorloven en ging kopen.
En dan had je nog de impressionisten die in 1863 onder aanvoering van Monet een Salon des Refusés hadden georganiseerd. Daar waren schilderijen te zien die niet door de selectie van de Salon waren gekomen, ze waren botweg geweigerd. Antoine Vollon was een van hen. Die eerste Salon des Refusés flopte, maar was het begin van een radicaal andere weg in de schilderkunst.

Vollon was een interessante figuur in deze turbulente periode. In 1863 dus deelnemer aan de Salon des Refusés, erna exposeerde hij jarenlang bij de traditionele Salon. En hij zat vanaf 1870 dertig jaar in de jury van die Salon. Als jurylid bepaalde hij de standaard van artistieke uitmuntendheid. Als exposant was de Salon vooral een middel om zijn werk te verkopen.

In de Salon hingen de wanden vol schilderijen. Ze waren in de loop der tijd steeds groter geworden om de aandacht trekken. Maar wat deed Vollon? Hij maakte geen groter schilderij, maar temidden van de historiestukken en klassieke poses spatte de pompoen van de wand. "Vuurwerk!, de pompoen verplettert alles om hem heen", jubelde de pers. "Het kan meteen in het Louvre opgehangen worden", schreef een ander. Dit effect, daar was het Vollon om te doen. Het zette de standaard.
Hij herhaalde dit kunststukje door een homp boter te schilderen. Volgens critici was het alsof hij het met boter had geschilderd.

Te zien in de National Gallery of Arts in Washington

De tentoonstelling Van Gauguin tot Toorop in Museum Gouda begon met drie schilderijen van Antoine Vollon. De tentoonstelling, een selectie uit de verzameling van Veendorp, is chronologisch opgebouwd, van Vollon (1833-1900) tot Willink.

Vollon kwam uit een familie van handwerklieden en begon te werken als decorateur van pannen. Maar omdat hij smoorverliefd was op schilderen, zoals hij zelf zei, ging hij alsnog naar de kunstacademie, de Ecole des Beaux Arts, waar hij leerde schilderen volgens de regelen der kunst. Geïnspireerd door de 17e eeuwse stillevens van Hollandse meesters, was hij op zijn beurt inspirator van de impressionisten. Ze bewonderden zijn losse stijl en hoe hij de huid schilderde, suggereerde, de textuur. In de collectie Veendorp zijn vooral de perziken daar een mooi voorbeeld van. Ze lijken uit het schilderij te komen en je voelt als het ware de fluweelzachte schil.
Verzamelaar Veendorp had oog voor kwaliteit. Hij viel voor verstild werk en hij vond dat een schilder alles wat hij/zij kan, kan laten zien in een stilleven. Door deze tentoonstelling ben ik opnieuw naar stillevens gaan kijken.

De collectie Veendorp is weer terug naar Groningen. Gelukkig kondigde de directeur van Museum Gouda de tentoonstelling "Stilleven! Van Vincent van Gogh tot Erwin Olaf" aan. Dat wordt smullen.
Zou er een Vollon bij zijn? Ik hoop het. Maar geen nood, zijn schilderijen zijn nog voor minder dan € 10.000 op de markt.