Het spraakmakende schilderij heet kortweg Courge |
Met dit schilderij zorgde Antoine Vollon (1833-1900) in 1880 voor een sensatie. Een oranje pompoen met vaag een ijzeren pot en koperen pan en een bruine achter- en ondergrond. De pers smulde ervan.
"Dode natuur getransformeerd in levende natuur door de magische toverstaf van het penseel van de schilder", kopte een krant.
De Franse Salon schreef in die tijd voor hoe en wat er geschilderd moest worden. Je hoorde historiestukken of figuren te schilderen in een ambachtelijke techniek. Het stilleven stond in laag aanzien, maar was ondertussen heel populair bij het publiek. Vollon schilderde vooral stillevens en dat herinnerde de Fransen aan de populaire 18e eeuwse Chardin. Chardin en Vollon waren erg in trek.
Er ontstond een strijd tussen de strenge wetten die studenten aan de Ecole des Beaux Arts leerden en golden in de Salon en het groeiende publiek dat zich schilderijen kon veroorloven en ging kopen.
En dan had je nog de impressionisten die in 1863 onder aanvoering van Monet een Salon des Refusés hadden georganiseerd. Daar waren schilderijen te zien die niet door de selectie van de Salon waren gekomen, ze waren botweg geweigerd. Antoine Vollon was een van hen. Die eerste Salon des Refusés flopte, maar was het begin van een radicaal andere weg in de schilderkunst.
Vollon was een interessante figuur in deze turbulente periode. In 1863 dus deelnemer aan de Salon des Refusés, erna exposeerde hij jarenlang bij de traditionele Salon. En hij zat vanaf 1870 dertig jaar in de jury van die Salon. Als jurylid bepaalde hij de standaard van artistieke uitmuntendheid. Als exposant was de Salon vooral een middel om zijn werk te verkopen.
In de Salon hingen de wanden vol schilderijen. Ze waren in de loop der tijd steeds groter geworden om de aandacht trekken. Maar wat deed Vollon? Hij maakte geen groter schilderij, maar temidden van de historiestukken en klassieke poses spatte de pompoen van de wand. "Vuurwerk!, de pompoen verplettert alles om hem heen", jubelde de pers. "Het kan meteen in het Louvre opgehangen worden", schreef een ander. Dit effect, daar was het Vollon om te doen. Het zette de standaard.
Hij herhaalde dit kunststukje door een homp boter te schilderen. Volgens critici was het alsof hij het met boter had geschilderd.
Te zien in de National Gallery of Arts in Washington |
De tentoonstelling Van Gauguin tot Toorop in Museum Gouda begon met drie schilderijen van Antoine Vollon. De tentoonstelling, een selectie uit de verzameling van Veendorp, is chronologisch opgebouwd, van Vollon (1833-1900) tot Willink.
Vollon kwam uit een familie van handwerklieden en begon te werken als decorateur van pannen. Maar omdat hij smoorverliefd was op schilderen, zoals hij zelf zei, ging hij alsnog naar de kunstacademie, de Ecole des Beaux Arts, waar hij leerde schilderen volgens de regelen der kunst. Geïnspireerd door de 17e eeuwse stillevens van Hollandse meesters, was hij op zijn beurt inspirator van de impressionisten. Ze bewonderden zijn losse stijl en hoe hij de huid schilderde, suggereerde, de textuur. In de collectie Veendorp zijn vooral de perziken daar een mooi voorbeeld van. Ze lijken uit het schilderij te komen en je voelt als het ware de fluweelzachte schil.
Verzamelaar Veendorp had oog voor kwaliteit. Hij viel voor verstild werk en hij vond dat een schilder alles wat hij/zij kan, kan laten zien in een stilleven. Door deze tentoonstelling ben ik opnieuw naar stillevens gaan kijken.
De collectie Veendorp is weer terug naar Groningen. Gelukkig kondigde de directeur van Museum Gouda de tentoonstelling "Stilleven! Van Vincent van Gogh tot Erwin Olaf" aan. Dat wordt smullen.
Zou er een Vollon bij zijn? Ik hoop het. Maar geen nood, zijn schilderijen zijn nog voor minder dan € 10.000 op de markt.
No comments:
Post a Comment