Monday 30 August 2021

Bretagne's calvaries: stripboeken voor kerkgangers.



Plougonven

Als je in Bretagne bent, kun je ze niet missen: de ommuurde dorpskerkjes. Vaak zijn de kerkjes donkergrijs, het dak incluis, en staan er grote roze en blauwe hortensia's op het erf, die in het subtropische klimaat uitbundig bloeien. Op het erf staat een sokkel met een stenen beeldengroep, ook van donkergrijze steen, afgesleten en verweerd in weer en wind. Bovenaan is Christus aan het kruis duidelijk te herkennen, om de rest te kunnen onderscheiden, moet je iets langer kijken. Ze worden calvaries genoemd. Calvarie is, naast de naam voor berg waarop Christus stierf, die vaak met Golgotha wordt aangeduid, eveneens de benaming voor een religieus monument met kruisen en beeldengroepen gebeiteld uit steen op pilaren en zij-armen. Ze zijn in heel Bretagne te zien in het ommuurde parochie-erf van de plattelandskerken, de enclos paroissial. In het westen van Bretagne zijn veel voor de streek specifieke Calvaries te vinden. Ze staan meestal op een verhoogde fries nabij kerken in de enclos paroissial en soms buiten de bebouwde kom bij een bron. Soms bestaat dat parochie-erf simpelweg uit een grasveld met een Calvarie, maar vaak ook zijn er een triomfboog - arc de triomphe- , een begraafplaats, een klokketoren, een ossuarium - knekelhuis-, kapellen en een voorportaal te vinden in allerlei uitvoeringen, van eenvoudig tot rijkversierd. Zo kan de arc de triomphe een simpel poortje zijn in de ommuring, maar deze kan ook uit drie bogen bestaan, zoals de romeinse triomfbogen, en versierd zijn met religieuze reliëfs. Deze bijzondere naam duidt in dit geval niet op triomfen op het slagveld, maar op het geloof dat de overledene, door in het eeuwige leven binnen te gaan, over de dood triomfeert. Daarom moet hij of zij via een triomfpoort de drempel naar de laatste rustplaats overschrijden. Het voorportaal scheidde het parochie-erf in een deel waar alleen de geestelijken mochten komen en een deel voor de religieuzen.

Calvarie

 De uit ruwe steen gebeitelde beelden, waren als een stripboek voor de ongeletterde kerkgangers waar ze de kindertijd van Christus, het Passieverhaal en de Verrijzenis konden zien. De kruisen vind je terug in alle mogelijke vormen en afmetingen, afhankelijk van de inspiratie van de kunstenaar-steen-kapper en ook van het materiaal zoals graniet, schilfersteen en zandsteen. Centraal vind je altijd Christus aan het kruis. Hij wordt geflankeerd door twee moordenaars die aan het kruis hangen en soms door hoofdman Longinus. Op zijbalken zijn beelden van Maria en Johannes geplaatst die voorspraak houden voor de mensen. Er is ook altijd een piëta onder het centrale kruis te zien. Vaak zijn andere christelijke figuren en ook ridders en gure types toegevoegd. De kruisen staan opgesteld op een sokkel, die soms voorzien is van nog een rij beeldenfiguren. 

Op de linkerafbeelding, een detail van de Calvarie in Tronoen, is op de bovenste rij rechts de opengesperde muil van het hellemonster te zien, waar de verdoemden ingaan.

Af en toe staat naast de kruisen nog een altaar met een afbeelding van de heilige aan wie het kerkgebied is gewijd. De meeste calvaries dateren van vele eeuwen vroeger dan de enclos paroisial uit de zestiende eeuw: ze zijn vanaf het einde van de veertiende eeuw tot eind zeventiende eeuw opgericht. Hun herkomst gaat nog verder terug, tot de kruizen langs de weg, die kunstenaars al voor de tiende eeuw maakten. De kruisen en calvaries waren vluchtplaatsen voor dorpelingen die belaagd werden door roofridders. Deze waren gevreesd om hun wreedheid maar de rovers hadden ontzag voor de religieuze plaatsen waar ze de dorpelingen niet durfden te molesteren, zodat het vrijplaasten werden.Nu nog vinden er procesies plaats van de calvarie naar bijvoorbeeld pre-historische dolmen (menhirs) in de buurt. 

 

 

Het Bretonse leven en landschap trok schilders als Gauguin, die zich in Pont Aven vestigde. Paul Sérusier voegde zich bij de schildersgroep rond Gauguin, waar hij  onder andere Bretonse taferelen schilderde. Hier op Le pardon de Notre-dame-la-porte au Chateauneuf du Faout, (circa 1894), betreedt de pelgrimsstoet de enclos paroissial via de arc de triomphe. Te zien in Musée d'Orsay in Parijs. 

 

 

 

 

Bede vaartgangers in Polen
De Calvarie is echter geen exclusief Bretons verschijnsel. In Italië, Oostenrijk en Duitsland komen ze ook voor en worden ze meestal Heilige bergen genoemd. Daar liggen ze op een helling boven de dorpen. Van een geheel andere orde zijn de zeer uitgestrekte calvaries in Polen, zoals die van Kalwaria Zebrzydowska en Wambierzyce, die het predicaat werelderfgoed hebben gekregen. Kalwaria Zebrzydowska is een pelgromsoord waar een week lang passieprocessies gehouden worden op de plek waar Nikolaus Zebrzydowski aan het begin van de zeventiende eeuw een klooster bouwde toen hem een brandend kruis geopenbaard werd. Daarnaast zijn er meer dan veertig kapellen in het landschapspark rondom die namen als Huis van Pilatus, Herodes’ Paleis en Kapel van de III-de Val dragen en is er een Kruisweg en het Pad van Maria en het pad van de Dode Zielen. In de communistische periode waren de preken van de kerkelijke vooraanstaanden tijdens deze gelegenheid van grote betekenis. 
Calvarie van Claus Sluter.




Bekend is ook de calvarie in het klooster Champmol bij Dijon, hoewel daarvan slechts de Mozesput van Claus Sluter (ca 1350 -1406) bewaard gebleven is. Haarlemmer Claus Sluter was één van de grootste vernieuwers van de Middeleeuwse kunst. Hij introduceerde een ongekend realisme in de beeldhouwkunst; zijn aandacht voor menselijke emotie en naturalistische details was op dat moment ongeëvenaard. Sluter trad in 1385 in dienst van de Bourgondische hertog Filips de Stoute in Dijon, voor wie hij zijn drie hoofdwerken zou maken. We kunnen sinds kort een idee krijgen hoe de Calvarie in Diijon er uit heeft gezien want het Rijksmuseum heeft een recent verworven sculptuur, een Calvarie, toegeschreven aan deze grondlegger van de Nederlandse beeldhouwkunst. Afgelopen maart werd een buxushouten beeld van de allerhoogste kwaliteit uit de Bourgondische Nederlanden (ca. 1384-1482) verworven. Na kunsthistorisch onderzoek hebben experts vastgesteld dat dit uitzonderlijke werk uit circa 1390-1400, kan worden toegeschreven aan Claus Sluter. Hiermee is dit het eerste werk van Sluter in een Nederlandse collectie. De sculptuur verbeeldt de kruisiging van Christus met Maria en Johannes de Evangelist (Calvarie), een sleutelstuk in de geschiedenis van de beeldhouwkunst. Met de ontdekking en toeschrijving van deze Calvarie aan Sluter wordt een tot dusver onbekend aspect toegevoegd: dat van de kleine sculptuur in hout. Het werk is slechts 57 cm hoog wat duidt op persoonlijk gebruik in een huiskapel of intiem vertrek, waarschijnlijk in het verfijnde milieu van of rond het Bourgondische hof. Het is te zien in het Rijksmuseum.

Sunday 15 August 2021

(Het koor van de) kathedraal van Beauvais

De kathedraal van Beauvais heeft naam: het heeft het hoogste koor ter wereld. Zo hoog dat het is ingestort, weet ik. Er naar toe lopend door Beauvais, torent de kathedraal boven je uit, alsof hij op een verhoging is geplaatst. Toen ik er voor stond zag ik dat de kathedraal Saint Pierre inderdaad een heel hoog gebouw is zonder torens met een bijzondere verhouding tussen hoogte en lengte. Een rijk bewerkt ingangsportaal was nergens te bekennen. Er stond wel een lager gebouw tegenaan geplakt. Ik moest me echt even goed oriënteren om te begrijpen wat ik zag. Ik zag onmiskenbaar een gotisch bouwwerk, met hoge ramen spitsbogen en steunberen en steunbogen. Wat ik zag was "slechts" een koor met straalkapellen en een halve zijbeuk. Het bouwwerk bestond uit verschillende lagen, waarvan vooral de enorm hoge ramen in het koor opvielen. Tussen de steunberen waren ijzeren stange bevestigd. Bij binnenkomst vielen de enorme houten stutten op die het bouwwerk overeind houden. De vloer was open om de stutten in de fundering te verankeren. 

De kathedraal is nooit afgekomen. In de concurrentiestrijd tussen de Noordfranse steden was Beauvais in 1225 één van de laatste waar werd besloten een kathedraal te bouwen, Dan moest het natuurlijk ook de hoogste worden. Het koor is een duizelingwekkende 48,5 m hoog en prachtig, heel elegant en intiem doordat het in verhouding smal is.
De Notre Dame de basse-Oeuvre achter de kathedraal van Beauvais. Bijna zestig jaar na de start stortte het bouwwerk, dat al wel in gebruik was, in, omdat de constructie niet stevig genoeg was. Het werd hersteld door extra pilaren toe te voegen in het koor, maar de kathedraal werd niet verder afgebouwd.

De kathedraal bevat daarom geen schip. Daardoor is de kerk die er ervóór stond, de Notre Dame de la Basse-Oeuvre, nooit afgebroken.Hierdoor is dit één van de best bewaarde karolingische bouuwerken in Frankrijk, met eronder de fundamenten voor het te bouwen schip, die op sommige plaasten meer dan 10 m . diep zijn. Een enthousiaste gids opende voor ons de deur naar deze Notre Dame en scheen met een zaklamp in de fundamenten. De kathedraal overleefde in deze staat de Honderdjarige Oorlog en het beleg van Beauvais.
Later, in de zestiende eeuw, werd een deel van de zijbeuk gebouwd, de zuidzijde, die nu nog toegang verleent aan de bezoekers. In de zestiende eeuw is eveneens, in plaats van een schip, een hoge toren gebouwd,de hoogste van zijn tijd,153 m. Maar ook die is ingestort en nooit weer opgebouwd.
Per slot van rekening zijn tijdens de franse revolutie de beelden onthoofd, is de kathedraal leegroofd en een "Tempel gewijd aan de Rede" geworden.In de Tweede Wereldoorlog is het ernstig beschadigd door een bombardement. In de jaren negentig en later bleken extra versterkingen nodig in de vorm van houten stutten en ijzeren versterkingen buiten, toen het gebouw wederom begon te wankelen. Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat de constructie nooit heeft voldaan.
Kortom: hier is sprake geweest van overmoed, hubris zouden de Oude Grieken zeggen. De officiële lezing is nu dat er plannen worden gemaakt om het gebouw af te maken, maar er zijn nog geen tijdsplanning en financiering voor.
Ondertussen kun je binnen de oudste nog werkende uurwerk te wereld zien en het prachtige koor. En wie wil dat nou niet!

 

 

Monday 2 August 2021

De kathedraal van Amiens

Omdat kathedralen in het algemeen héél groot en drukversierd zijn, vermeed ik deze middeleeuwse bouwwerken een beetje. Ik wist niet waar te beginnen: bij het op me in laten  werken van de hoogte, het me vergapen aan de beelden bij het toegangsportaal of bij het begrijpen van de constructies van steunbogen en pilaren? Na een aantal bevlogen colleges over de gotiek gevolgd te hebben, was de tijd rijp om zodra het kon een aantal kathedralen nader te bekijken. 

De ontdekkingstocht begon in Amiens, zo'n hondervijftig kilometer boven Parijs. Dat Amiens een kathedraal heeft is geen toeval. In  het huidige Parijs begon de bouw van de gotische kathedralen. De gotische bouwstijl, vooral bekend om de kenmerkende spitsbogen ontstond uit een behoefte van een abt van een klooster. Abt Suger (1081-1151), waarschijnlijk een Vlaming, was invloedrijk, hij was naast abt van een klooster tevens raadgever van de Franse koning Lodewijk VI en verving hem toen deze op kruistocht ging. Hij besloot in die tijd zijn uit de zevende eeuw daterende bisschopskerk, de Saint Denis, te verbouwen. Saint-Denis, nu een voorstad van Parijs, was een basiliek op de plek waar de heilige Dionysius zou zijn begraven in de derde eeuw nC. Op deze bedevaartsplaats werden toen al eeuwenlang de koningen van Frankrijk begraven. Abt Suger was geïnspireerd door deze theoloog en filosoof die tegenwoordig met de naam Pseudo-Dionysius wordt aangeduid. Deskundigen menen nu dat hij feitelijk in de vijfde eeuw leefde en, in deze tijd toen nog weinig vastlag in de leer van het christendom, probeerde de Griekse filosofie (de neo-platoonse metafysica) en christelijke theologie met elkaar in overeenstemming te brengen. Abt Suger was vooral gefascineerd door licht; hij wilde de gelovigen via schittering en licht - lichtmetafysiek-  in contact brengen met de grootsheid van God. Vanuit dat idee werd ook verticaliteit, de gerichtheid naar boven, benadrukt in de architectuur. Zo ontstonden de hoge lichte gebouwen met grote ramen. Om grote ramen te kunnen plaatsen werden de dikke muren van voorheen vervangen door skeletbouw en steunberen en -bogen aan de buitenkant van het gebouw. Om de pelgrims beter te kunnen ontvangen verbouwde abt Suger ook de ingang, het hoofdportaal.

Er kwamen meer bedevaartplaatsen in die tijd waarin ook de steden opkwamen. De steden gingen tegen elkaar opbieden, ook wat betreft architectuur. In de hoogtijdagen telde Frankrijk 151 gotische kathedralen. Deze bouwwoede veroorzaakte een kaalslag in de streek: Picardië werd ontbost en kende vele steengroeves. Ze hebben niet allemaal de tand des tijds doorstaan. Ze sneuvelden of werden gepunderd in een beeldenstorm door hugenoten, tijdens de Franse Revolutie en/of door Napoleontische troepen of in één van de twee Wereldoorlogen.

De Notre Dame in Amiens is niet de oudste kathedraal, maar wel de grootste: 145 m lang en 70 m. breed. De bouw begon in 1220 en duurde zo'n vijftig jaar. Dat is kort voor een gotische kathedraal, vandaar dat het een schoolvoorbeeld is geworden van zuivere gotiek. En dankzij het betalen van afkoopsommen werd plundering tijdens de Franse Revolutie afgewend. In ontzag keek ik naar dit gebouw dat al 750 bestaat. Aan het oorspronkelijke gebouw zijn later nog wel zijkapellen toegevoegd en in de negentiende eeuw is het destijds vervallen bouwwerk door Viollet-le-Duc gerestaureerd - en heeft hij in gotische stijl een galerij toegevoegd tussen de twee torens-, maar je krijgt een goede indruk van hoe het geweest moet zijn. 

 

De voorgevel van de Notre Dame van Amiens

Het is een enorm indrukwekkend gebouw. De gevel bevat al zo'n drieduizend beelden. Doordat het zo harmonieus en helder is, is het ook prachtig en word je niet overvoerd. Prima dus als introductie. Oorspronkelijk waren de beelden beschilderd, iets wat 's avonds met lichtbeelden wordt teruggetoverd. Heel mooi om je een beeld te geven van hoe het er eens uit heeft gezien, hoewel je ook een indruk krijgt doordat op sommige beelden nog kleur is te vinden.

 

Pelgrimroutes naar Santiago de Compostela in Spanje.

Ook van binnen is de kathedraal een feest. Hoog en licht - het werkt! -, met prachtige details - houtsnijwerk aan de koorbanken, gegoten bronzen gisants, schilderingen, een roosvenster, noem maar op. De hoogte is bereikt door in de kruisvormige plattegrond zowel in het middengedeelte, het schip, als in de dwarsbeuk en het koor lagen op elkaar te stapelen: boven de arcades met colonettes die tot het plafond reiken, het triforium - een galerij met telkens drie openingen gebundeld door een spitsboog met ramen erachter-, de lichtbeuk, een laag met hoge ramen uitmondend in een roosvenster in een spitsboog en door het lichte plafond met graatgewelven. Zo wordt tot de nok een hoogte van 56 meter bereikt. Door het licht dat door de enorme hoeveelheid ramen binnenkomt en de hoogte richt je je blik meteen naar boven en is het bijna alsof je in de ruimte zweeft. En dan is er op de preekstoel ook nog een engel die naar boven wijst! De hoge pijlers benadrukken de verticaliteit verder.

De kathedraal lag op een van de pelgrimsroutes via de Pyreneeën naar Santiago de Compostela en als je er op let, zie je veel wat eraan herinnert. Het begint met het grote plein voor de kathedraal en de drie portalen, groot genoeg om een menigte bedevaartgangers te ontvangen. De portalen zijn rijk versierd, er was veel te zien voor de wachtende pelgrims en de beelden waren stof tot nadenken.

 

Het hoofdportaal, met onder de Goede God, meteen boven hem worden de zielen gewogen, in de laag erboven zie je rechts het verzwelgende monster en daarboven Christus en een knielende Maria en Johannes de Doper aan zijn zijden.

De sculpturen boven het hoofdportaal verbeelden het moment van de bijbelse nieuwe wereld. Je ziet dat de graven opengaan, de zielen worden gewogen, de God, die oordeelt wie de hemel heeft verdient en wie naar de hel gaat en Christus, met aan zijn zijdes Maria en Johannes de Doper, die een goed woordje doen - voorspraak doen-  voor de stervelingen. Ook zie je de hemel en de hel in de vomr van een monster met opengesperde bek die de verworpenen verzwelgt. Dit alles om de pelgrims in te prenten dat het niet goed met hen afloopt als ze geen godvruchtig leven leiden. De God is mild, net als de Maria in het (zij)portaal van de Vergulde Maagd, die speelt met haar kind. Prachtige voorbeelden van het kunstenaarschap van de beeldhouwers, die geholpen door de goed te bewerken steensoort uit de streek, niet langer strenge beelden zoals voorheen, maar ook lieflijke beelden maakten. De beeldhouwers gaven zo de tijdgeest aan: van een straffende God, werden de beeldbepalers figuren die meeleefden en -leden met de gelovigen. In de kathedraal is de relikwie van de schedel van Johanes de Doper te zien. Niet de pracht en praal, maar deze relikwie was het kostbaarste object in de kerk, die pelgrims aantrok, die geloofden dat het hun (zielenheil) hielp als ze dicht bij een (overblijfsel) van een heilige waren geweest. In de vloer is een labyrint gelegd, dat was bedoeld voor de gelovigen die niet de mogelijkheid hadden om een pelgrimstocht te doen. Zij konden boete doen door op hun knieën het labyrint af te leggen. Door de aflaten die de pelgrims betaalden kon de kathedraal in de loop der tijd verder verfraaid worden.  

 

Het labyrint.

Door om de kathedraal heen te lopen krijg je een goed zicht op de steunconstructies, die dienden om de druk van het gewicht van de gigantische constructie af te voeren: steunberen met soms dubbele luchtbogen en pinakels om extra gewicht te creëren. Je ziet een kloostertuin, bijbehorende geestelijke gebouwen en omliggende gebouwen. Je bent wel hier even zoet mee, zo merk je nog eens hoe groot het gebouw is en hoe bepalend voor de strucuur van de stad. Als je de toren beklimt en over de galerij loopt, ervaar je de hoogte en zie je ook de waterspuwers (gargouilles) met wonderlijke diervormen, van dichtbij.

De term gotiek werd pas later, in de renaissance in Italië, aan deze bouwstijl gegeven, een spottende term verwijzend naar de, vond men, onbehouwen Gothen. Onbegrijpelijk als je het licht, de sierlijke vormen en enorme hoogte van een kathedraal ervaren hebt.