Tuesday 24 April 2018

Impressionisten

Hoewel altijd al dol op schilderkunst, boeiden de impressionisten me weinig.
Al die lichte kleuren, zorgeloze bloemenvelden, dames met hoedjes en dat in de tijd van die gruwelijke Eerste Wereldoorlog. Ik keek er even naar en liep weer verder.
Tot mijn oudste zoon, Reinier, me meldde altijd eerst op zoek te gaan naar de impressionisten in een nieuw museum. Hij is gefascineerd door de impressionisten, vooral door Monet. "Hm, dat past helemaal bij zijn zonnige karakter", dacht ik tevreden, maar hij zette me toch ook aan het denken.
Hoe ouder hij werd, hoe losser Monet schilderde. Dit is een detail van een schilderij van de rozenhaag in Giverny

Toen ik in Twente ging wonen, was daar, in Rijksmuseum Twente, een van de topstukken "Falaises pres de Pourville". Ik werd er meteen naartoe getrokken, naar deze steile krijtrots in vibrerend licht. Oef, wat mooi! Niet zoetig maar heldere kleuren en krachtige slagschaduwen. Soms ging ik er in mijn pauze even naar kijken.
Monet schilderde ook deze Normandische rotsen. Ze zijn nu te zien in Moskou.

Misschien had ik niet goed opgelet?
Pas op mn vijftigste werd ik als door de bliksem getroffen toen ik in het Moma in New York oog in oog stond met waterlelies in Giverny. Mijn zoon wees me er op, het drieluik hing op de vijfde etage. Hij keek er gelukzalig naar. "Mam, kijk!"
Twee meter bij in totaal meer dan 1200 cm. Het intense blauw met lichte roze en groen. Een fabuleus  wateroppervlak met reflectie van de wolken. Adembenemend. Een geweldig cadeau om het samen met Reinier te mogen bekijken. Voor mijn gevoel werd ik opgenomen door het enorme werk. Monet wilde dat het op gebogen wanden werd gehangen, wat het effect nog groter gemaakt zou hebben.

Nu lees ik over Monet in Ross King's Waanzin en betovering. Monet is over de zeventig en schildert in Giverny terwijl de Eerste Wereldoorlog woedt en zijn zoon Michel en andere bekenden aan het front zijn. Hij stelt schilderijen ter beschikking voor inzamelingen in de oorlog en lijdt onder de rantsoenering van tabak en voedsel.

Monet werkte zorgvuldig aan zijn imago. Hij beweerde altijd buiten te schilderen. In werkelijkheid had hij meerdere ateliers. Een ervan had de afmetingen van een flinke loods.


Hij doet waar hij voor op aarde is: schilderen.
Michel bezoekt zijn vader als hij een paar dagen verlof heeft van Verdun. In het boek staat een foto van dat bezoek. Het is de vraag of Michel veel vertelde over wat hij meegemaakt had. Verdun is op zo'n 300 km van Giverny. Verdun werd de hel genoemd, Giverny had de bijnaam het Paradijs.



Ik verheug me al op volgend jaar. Dan houdt het Haags Gemeentemuseum een overzichtstentoonstelling van de tuinen van Monet. De voorpublicatie meldt dat de laatste tentoonstelling van 1986 dateert en dat veel van de tuinen nog niet eerder in Nederland te zien zijn geweest. Aha, dat verklaart het enigszins: in 1986 was ik er niet bij, ik zag de waterlelies gewoonweg niet eerder. Het museum is druk met het bemachtigen van fondsen en bruiklenen. Natuurlijk ga ik er naartoe met mijn oudste zoon.




Tuesday 10 April 2018

Pourbus, huh?

Twee tentoonstellingen tegelijkertijd in Museum Gouda: een van een levende schilder die geen introductie nodig heeft, Henk Helmantel en een van een schilder die zo'n vijfhonderd jaar geleden leefde en onbekend is bij het grote publiek, Pieter Pourbus.

Over beide exposities verschijnen artikelen in kranten en tijdschriften en er worden colleges gegeven en rondleidingen. De ene werd geopend door Alexander Pechtold, rond de ander is een lezingencyclus en zijn nieuwe theorieƫn ontwikkeld.

Het is boeiend om te merken wat er gebeurt. Het publiek wist Helmantel meteen te vinden. Er komen mensen die echt fan zijn en ook in zijn boerderij in Groningen zijn geweest en in Gorssel, waar ook Moore het 50-jarig jubileum van de schilder viert. Ze kijken gefascineerd naar de breekbare eieren, de barstjes, de schaduwen en de doorzichtige bessen en glaswerk. Ze kunnen er geen genoeg van krijgen.

Bij Pourbus wordt het aantal bezoekers steeds groter. We zijn nu halverwege en de bezoekers zijn getipt door bekenden of ze hebben de recensies in NRC en -vandaag- in de Volkskrant gelezen: vier bollen! Een klein aantal mensen is kenner. Ze zijn in Brugge geweest of hebben een eerdere expositie gezien. De meeste mensen zijn verrast door de kwaliteit, het perspectief, de heldere compositie, de kleuren, de uitdrukkingen op de gezichten, de detaillering van het bont, kant en zilverdraad op de mouwen. Ze zijn benieuwd of Pourbus in Italiƫ was geweest (nee), of hij nu beroemde tijdgenoten kende of ontmoet heeft, zoals Erasmus, immers ook uit Gouda, Karel van Mander, de eerste Nederlandse kunsthistoricus, die ook over Pourbus schreef of Jeroen Bosch.

Pourbus schilderde bijvoorbeeld een ader op een voorhoofd, of, zoals hier, een litteken op de wang. Dit schilderij was te zien in het Mauritshuis

Pourbus leefde zo lang geleden, we weten niet eens met zekerheid zijn geboortejaar. Uit documenten in Brugge leiden we af dat het 1523 of 1524 geweest met zijn, maar op de lijst van een schilderij dat we in bruikleen hebben van het Rijksmuseum staat 1510 als geboortejaar. Nog maar een paar decennia eerder kwam Columbus in Amerika en rond 1500 maakte Michelangelo de Pieta die nog steeds in de Onze Lieve Vrouwekerk in Brugge staat. Met zijn werk documenteerde hij als het ware zijn eigen geschiedenis. Hij dateerde zijn schilderijen en maakte kaarten en stadsplannen. Ook zijn er contracten en opdrachten bewaard gebleven.
Waarschijnlijk kende hij het gedachtegoed van Erasmus. Je ziet duidelijk de Renaissance in zijn werk, het perspectief, het accent op de menselijkheid (en minder op het goddelijke, dat gezag moest inboezemen in de Middeleeuwen) en het idee van het humanisme, redelijkheid en soberheid.
Karel van Mander was op de vlucht in Brugge aangekomen en werd door Pourbus in Brugge rondgeleid. Volgens Paul Duvenne, die is gepromoveerd op Pourbus, was Jeroen Bosch een bekende voor de schilders uit die tijd.
Veel bezoekers zijn onder de indruk als ze de expositieruimte in de kapel verlaten. Ze hebben een nieuwe schilder leren kennen. Zo komt Pourbus steeds meer tot leven.