Friday 16 June 2017

Leve het museum

Zeg je Volterra, dan zeg je Etrusken. Zij hebben het stadje gesticht. Het is dus serieus oud, we hebben het over de achtste eeuw voor Christus.
We dwalen door het stadje en kopen een combi-ticket. De Pinacotheek staat op mijn must see-lijstje. In de combi-ticket is ook het Etruskisch museum Giarnacca, inbegrepen.
De Etruskische grafheuvels zijn de vindplaatsen van asurnen en allerlei voorwerpen
We hebben bij Colle di Val d´Elsa een Etruskische grafheuvel gezien, indrukwekkend van omvang en met allerlei kamertjes. Nu krijgen we, lees ik in de boekjes, te zien wat er allemaal in die kamers gevonden is. Ik word altijd een beetje treurig bij de gedachte aan al die doden, maar goed, we gaan er toch naartoe. Ik hoop veel albast te zien, we zagen een paar doorzichtige albasten ramen in de Dom die een zacht licht doorlieten. Volterra is ook beroemd vanwege het albast. Het wordt nog steeds in de omgeving gewonnen en er zijn sinds een kleine drieduizend jaar werkplaatsen in de stad.
In de dom van Volterra zie je albasten ramen

Op deze beroemde Etruskische sarcofaag ligt een echtpaar.
Als we het museum ingaan zien we gereconstrueerde grafheuvels en veel askisten. De meeste zijn van albast, kistjes met reliëfs en met menselijke figuren erbovenop. De zachte albast werd bijna zoals hout bewerkt en er werden allerlei voorwerpen van gemaakt. Het albast is poederachtig en zacht, marmer eerder glad en glanzend, met strakke lijnen. Op het eerste gezicht zag ik bijna geen verschil, beide zijn geaderd en in verschillende kleuren voorhanden. Als ik beter kijk zie ik dat het heel verschillende materialen zijn, die zich voor verschillende toepassingen lenen. Mooi, je kunt ook zien dat de Romeinen goed hebben gekeken naar de beelden, maar ik word inderdaad een beetje verdrietig.
We gaan naar boven. Nog meer askisten, het museum heeft er meer dan 600, er zijn er nog meer bijgekomen sinds Giarnacca zijn verzameling ten toon ging stellen.
Verkorte figuur op een askist van albast
En rood- en zwartfigurige vazen en sieraden. Dan zie ik vitrines. Vitrines gevuld met allerlei kleine ijzeren voorwerpen. Ze zijn prachtig. 

Gelukkig zijn de vitrines in het Guarnacca niet gemoderniseerd.
Meteen zie ik de ovale kamer van Teylers Museum in Haarlem voor me. Al die vitrines met wonderlijke voorwerpen en wetenschappelijke instrumenten waar je nooit van had gehoord en ineens heel nieuwsgierig naar werd. En ik word heel blij. In deze vitrines zie je muntjes, schalen, potten en andere gebruiks-voorwerpen. De vitrines zijn mooi belicht en prachtig rood en donkerbruin geverfd.

Een zaal verder ligt een enorme mozaïekvloer. En een zaal verderop nog een en dan nog een. Er zijn vlonders overheen gelegd, zodat ze niet beschadigd taken, maar je ze wel goed kunt zien. Het is prachtig. Ik kijk in onze boekjes, een folder en zoek op het internet. Het museum zelf blijkt ook oud te zijn, het is een van de oudste musea van Europa, het dateert van 1761. Het begon met een verzameling van Guarnacca, bijeengebracht in zijn paleis.
Hij was een pionier die Etruskische kunst verzamelde. Het museum is een paar jaar geleden gerenoveerd, in de sfeer van toen. Prachtig! Dat is met de ovale kamer van Teylers ook gebeurd. Ook zó mooi. Toeval of niet: Teylers is van krap 25 jaar later, 1784.

Net zo sfeervol als de vensterbankjes in Boijmans Van Beuningen, waar je zo fijn naar Breitner kunt kijken. En de bijna huiskamers in Rijksmuseum Twenthe. Of de kapel van Museum Gouda. Of de kleurige geglazuurde tegelwanden in het Haags Gemeentemuseum. En natuurlijk het alom bejubelde Rijksmuseum Amsterdam.
De ui op De Fundatie is prachtig hoor. En het Groninger Museum is spectaculair. Het Noord-Brabants Museum is goed gerenoveerd. En de nieuwe vleugel van het Stedelijk Museum in Amsterdam biedt veel meer ruimte dan voorheen.
Als er ook maar de intimiteit is, die ik hier voel in Volterra en zo beter in me op kan nemen wat ik zie.
Niet alleen in het Etruskisch Museum trouwens. Ook in de Pinacotheek, waar ik zo graag naar toe wilde. Het is in een fraai Renaissance-paleis gehuisvest en blijkt inderdaad een prachtige collectie te hebben. We zien een bijna abstract schilderij, maar tegelijkertijd vol dramatische beweging. Ladders die tegen het kruis staan. De kruisafname van Rosso Fiorentino. Heel sprankelende, heldere kleuren en een mooie compositie. Het is in 1521 geschilderd in maniëristische stijl.
We zien het ene mooie werk na het andere. In zulke mooie kamers met een warme belichting. Het is er binnen heel rustig, we komen amper andere bezoekers tegen. Dat draagt ook bij aan het gevoel van intimiteit. We fluisteren niet en vertellen elkaar wat ons opvalt. Lopen weer even terug als we willen.

Dat kan natuurlijk ook in een nieuw gebouw. Misschien Museum Voorlinden? Ik ben er nog niet geweest en besluit het eens een bezoek te brengen. En tot die tijd koester ik de muurbankjes in Boijmans Van Beuningen. En droom van het Giarnacca in Volterra.

No comments:

Post a Comment