Pietà wordt vertaald als compassie en ook wel als bewening. Het draait om de emotie. Compassie met de moeder die haar kind heeft verloren en de rouw, de bewening van de moeder om haar kind.
De beroemdste Pietà dateert van 1499. Dit is de Maria met het dode lichaam van Jezus van Michelangelo, die vooraan in de Sint Pieter in Rome staat. Ik zag het voor het eerst toen ik 17 was, in 1979 op Romereis. Wat ben ik blij dat ik toen al zulke prachtige beelden kon zien! Tegenwoordig, nadat het beeld was belaagd, is het achter glas geplaatst.
Toen kon je er nog dichtbij komen en het van alle kanten bekijken. Gelukkig heb ik dat toen gedaan. Nog zie je hoe mooi het is, je ziet nog steeds hoe de hand van Maria het lichaam van Jezus vasthoudt. Alsof het geen marmer is maar zachte huid. Toch maakt de wetenschap dat je het niet meer aan kunt raken, de afstand groter.
De beroemdste Pietà dateert van 1499. Dit is de Maria met het dode lichaam van Jezus van Michelangelo, die vooraan in de Sint Pieter in Rome staat. Ik zag het voor het eerst toen ik 17 was, in 1979 op Romereis. Wat ben ik blij dat ik toen al zulke prachtige beelden kon zien! Tegenwoordig, nadat het beeld was belaagd, is het achter glas geplaatst.
Nu kun je deze Pietà van Michelangelo jammer genoeg niet meer van alle kanten bekijken. |
Toen kon je er nog dichtbij komen en het van alle kanten bekijken. Gelukkig heb ik dat toen gedaan. Nog zie je hoe mooi het is, je ziet nog steeds hoe de hand van Maria het lichaam van Jezus vasthoudt. Alsof het geen marmer is maar zachte huid. Toch maakt de wetenschap dat je het niet meer aan kunt raken, de afstand groter.
De gebeeldhouwde Pietà's zijn bekend, maar er zijn ook vele schilderijen en fresco's. Bijvoorbeeld die van Bellini uit 1505, te zien in Venetië, of die van Rogier van der Weyden. In Venetië zie je een oudere Maria, die moeite heeft om het zware lichaam vast te houden. De Pietà van Rogier van der Weijden is van rond 1465 en hangt onder meer in the National Gallery in Londen. Er zijn meerdere versies bekend, uit de werkplaats van Van der Weijden. Als je de schilderijen ziet voel je de moeder die rouwt om haar dode kind. Het is daarmee typisch een thema van de Renaissance, toen beelden niet alleen meer natuurgetrouw, in de zin van ruimtelijk en met diepte, maar ook natuurgetrouw in de zin van menselijk en met emotie, werden.
Verschillende ontwikkelingen kwamen toen samen. Er werd in de kunst geëxperimenteerd met nieuwe wetenschappelijke inzichten zoals perspectief en de gulden snede.
En werden ambachtslieden meer gezien als individuele creatieve geesten. Ze kregen opdrachten om religieuze voorstellingen te maken en pasten in die sfeer hun inzichten en creativiteit toe. Als je de schilders van de laatmiddeleeuwse Cimabue naar Giotto en Duccio volgt, zie je het begin van deze ontwikkeling. Ook in de kerk kwam meer aandacht voor emotie en natuur, bijvoorbeeld bij Franciscus van Assisi, die in de dertiende eeuw soberheid predikte, de natuur waardeerde, zijn gevoel liet zien en leed met de armen. Franciscus werd snel na zijn dood heilig verklaard. In de basiliek in Assisi werden mozaïeken en fresco's gemaakt in zijn stijl.
Op de Maestà en de Rucellai Madonna van Duccio zie je Maria op een troon met het kind Jezus. Het zijn de enige twee werken die met gedocumenteerde zekerheid van Duccio zijn. Maestà is koninklijke hoogheid: Maria is afgebeeld met heiligen, engelen en/of apostelen en soms zijn ook beroemde figuren uit die tijd en de opdrachtgevers afgebeeld. De Maestà uit Siena is nu te zien in het dommuseum. Het hing eerst in de Dom en werd feestelijk onthuld in 1311. Toch is het een wonder dat we het nu weer kunnen zien, ook al is het niet het hele altaarstuk. Later werd dit namelijk in zeven stukken gesneden. Zo werden voor- en achterkant gescheiden. De afzonderlijke heiligen, die in puntvormige gouden lijsten, pinakels, boven het hoofdpaneel geplaatst waren, werden losgesneden en apart opgehangen. De predella, een beeldverhaal aan de onderkant van het paneel, werd eveneens apart opgehangen. De afzonderlijke delen vind je nu op een tiental plaatsen in de wereld.
Een van de heiligen is Catharina. We zien haar terug op een Kroning van Maria, in Museum Gouda, het museum waar ik wekelijks een paar uur mag zijn. Op het schilderij in Gouda is de kroning een soort vriendinnenfeestje, Maria wordt omringd door een kring van vrouwen. Twee engelen kronen haar, op dit zeventiende eeuwse schilderij van Cornelis Schut, tot hemelkoningin.
In San Gigminiano vind je in de Raadszaal een prachtig fresco van de Tronende Madonna uit 1317 van Filippo Memmi. Simone Martini heeft in de raadzaal in Siena een fresco van een Maesta gemaakt.
De Rucellai Madonna hangt in een Maesta-zaal in het Uffizi in Florence. Er hangen drie enorme panelen, van Cimabue, van Duccio en van Giotto. Hier zie je de ontwikkeling van de Byzantijnse stijl naar de Renaissance. Van twee-dimensionale figuren naar drie-dimensionaal. Met prachtige kleur, de nadruk op decoratie en het gevoel. Ook zie je de ruimtelijkheid, de figuren hangen niet in de lucht, maar zitten op een troon of staan op de grond.
Deze zaal 2 van het Uffizi is in 2015 opnieuw ingericht. Deze schilderijen heb ik ook in 1979 gezien. Maar nu, dankzij een betere belichting, komen ze nog beter tot hun recht. Als ik binnenkom komen de grote panelen me tegemoet. De zachte kleuren van de tempera en het glanzende goud ontroeren me. En, omdat ik vroeg ben, kan ik
Duccio, Cimabue en Giotto van heel dichtbij bewonderen.
Verschillende ontwikkelingen kwamen toen samen. Er werd in de kunst geëxperimenteerd met nieuwe wetenschappelijke inzichten zoals perspectief en de gulden snede.
En werden ambachtslieden meer gezien als individuele creatieve geesten. Ze kregen opdrachten om religieuze voorstellingen te maken en pasten in die sfeer hun inzichten en creativiteit toe. Als je de schilders van de laatmiddeleeuwse Cimabue naar Giotto en Duccio volgt, zie je het begin van deze ontwikkeling. Ook in de kerk kwam meer aandacht voor emotie en natuur, bijvoorbeeld bij Franciscus van Assisi, die in de dertiende eeuw soberheid predikte, de natuur waardeerde, zijn gevoel liet zien en leed met de armen. Franciscus werd snel na zijn dood heilig verklaard. In de basiliek in Assisi werden mozaïeken en fresco's gemaakt in zijn stijl.
Op de Maestà en de Rucellai Madonna van Duccio zie je Maria op een troon met het kind Jezus. Het zijn de enige twee werken die met gedocumenteerde zekerheid van Duccio zijn. Maestà is koninklijke hoogheid: Maria is afgebeeld met heiligen, engelen en/of apostelen en soms zijn ook beroemde figuren uit die tijd en de opdrachtgevers afgebeeld. De Maestà uit Siena is nu te zien in het dommuseum. Het hing eerst in de Dom en werd feestelijk onthuld in 1311. Toch is het een wonder dat we het nu weer kunnen zien, ook al is het niet het hele altaarstuk. Later werd dit namelijk in zeven stukken gesneden. Zo werden voor- en achterkant gescheiden. De afzonderlijke heiligen, die in puntvormige gouden lijsten, pinakels, boven het hoofdpaneel geplaatst waren, werden losgesneden en apart opgehangen. De predella, een beeldverhaal aan de onderkant van het paneel, werd eveneens apart opgehangen. De afzonderlijke delen vind je nu op een tiental plaatsen in de wereld.
Een van de heiligen is Catharina. We zien haar terug op een Kroning van Maria, in Museum Gouda, het museum waar ik wekelijks een paar uur mag zijn. Op het schilderij in Gouda is de kroning een soort vriendinnenfeestje, Maria wordt omringd door een kring van vrouwen. Twee engelen kronen haar, op dit zeventiende eeuwse schilderij van Cornelis Schut, tot hemelkoningin.
In San Gigminiano vind je in de Raadszaal een prachtig fresco van de Tronende Madonna uit 1317 van Filippo Memmi. Simone Martini heeft in de raadzaal in Siena een fresco van een Maesta gemaakt.
De Rucellai Madonna hangt in een Maesta-zaal in het Uffizi in Florence. Er hangen drie enorme panelen, van Cimabue, van Duccio en van Giotto. Hier zie je de ontwikkeling van de Byzantijnse stijl naar de Renaissance. Van twee-dimensionale figuren naar drie-dimensionaal. Met prachtige kleur, de nadruk op decoratie en het gevoel. Ook zie je de ruimtelijkheid, de figuren hangen niet in de lucht, maar zitten op een troon of staan op de grond.
Deze zaal 2 van het Uffizi is in 2015 opnieuw ingericht. Deze schilderijen heb ik ook in 1979 gezien. Maar nu, dankzij een betere belichting, komen ze nog beter tot hun recht. Als ik binnenkom komen de grote panelen me tegemoet. De zachte kleuren van de tempera en het glanzende goud ontroeren me. En, omdat ik vroeg ben, kan ik
Duccio, Cimabue en Giotto van heel dichtbij bewonderen.
No comments:
Post a Comment