Tuesday 2 October 2018

Kunstverzamelingen

De afgelopen tijd liep ik tegen kunstverzamelingen in alle soorten en maten op.

Kunst in je huis, dat is natuurlijk super.
Sommige mensen verzamelen kunst. Soms heel veel kunst. Niet een paar mooie dingen voor in huis, nee een huis bomvol kunst.
Maar wat gebeurt ermee als je er niet meer bent? Vaak hebben de verzamelaars er over nagedacht.

Kort geleden werd een aantal kunstverzamelingen geveild. Die van Peggy en David Rockefeller bijvoorbeeld, met onder veel meer een roze Picasso, een Odalisque van Matisse en waterlelies van Monet. David was de zoon van een oliemagnaat, zijn vader was, naar wordt gezegd, de rijkste mens ooit.

Hij had aanvankelijk weinig interesse in kunst. Dat begon pas toen hij in de board van het Moma in New York kwam, waar zijn moeder medeoprichter was. Een indrukwekkend begin van een spectaculaire kunstcarriere.

De veilinghuizen boden tegen elkaar op om de collectie te mogen veilen. Ze garandeerden een minimale opbrengst. De opbrengst was krap 700 miljoen euro, niet slecht voor de twaalf goede doelen, zoals een universiteit en het Moma in New York, die de opbrengst ontvingen. Dat de naam van de schilder de prijs kan opdrijven, tja, maar ook de naam van de verzamelaar kan dat doen. Christie's adverteerde met: Live like a Rockefeller voor de veiling in het Rockefeller Centre in New York.

In Museum Gouda is de collectie van Paul Arntzenius te bewonderen. Arntzenius, uit een kunstenaarsfamilie en zelf ook schilder, bood zijn collectie aan musea aan met als voorwaarde dat de werken bijna permanent werden getoond. De collectie is op dit moment uitgeleend aan het Groninger Museum, waarvan Gouda nu de collectie Veendorp in bruikleen heeft. Veendorp kwam uit een bemiddelde familie met steenfabrikanten en hield van kunst. Arntzenius en Veendorp kenden elkaar. Ze verzamelden in pakweg de eerste helft van de twintigste eeuw deels dezelfde soort schilderijen, van de School van Barbizon en de Haagse School, omdat ze bang waren dat de (figuratieve) schilderkunst in de verdrukking kwam door de opkomst van de modernere en abstracte kunst.

Je kunt ook zelf een museum oprichten. Calouste Gulbenkian deed dat. Hij kwam uit een bemiddelde Armeense familie, was rijker geworden in de olie-business in het begin van de 20e eeuw en had huizen in Istanboel, Parijs en Londen waar de kunst in rijen opgesteld stond.


Ik zag zijn musea in Lissabon met prachtige islamitische kunst, maar ook griekse en romeinse. En ook twee Rembrandts afkomstig uit de verzameling van Catharina de Grote in de Hermitage, die hij discreet had kunnen kopen toen Rusland in geldnood zat.


Turkije, Ottomaans Rijk

Ook hangen er twee schilderijen van Turner, de engelse schilder van ongekende klasse, die voor veel schilders een inspiratie is.

Ook in het Gulbenkian: prachtige art nouveau sieraden, ontworpen door Rene Lalique rond 1900. 

Gulbenkian was een echte liefhebber, hij zag de kunstwerken als zijn kinderen. De stichting is nog steeds rijk. De olie-opbrengsten worden nu aan de aanschaf van moderne Portugese kunst besteed, waar een apart museum voor is gebouwd. Gulbenkian dankte op deze manier Portugal dat hem onderdak had verleend in de oorlog. 

Deze collectie moderne kunst is spraakmakend in een land dat tot de Anjerrevolutie in 1974 een dictatoriaal regime had en moderne kunst geen kans gaf.
Portret van een oude man uit 1645. Gulbenkian kocht deze Rembrandt in 1930. Het bevond zich in de Hermitage in Petersburg.

Je kunt ook je huis met kunst als museum bestemmen. Paula Bisdom Van Vliet besloot dat dat na haar dood (in 1923) moest gebeuren. De familie had in de VOC geinvesteerd en verzamelde heel veel chinees porselein. Ik zag haar huis in Haastrecht het afgelopen weekend. Het dateert uit 1875 en het is er alsof de tijd heeft stilgestaan. Het porselein staat er prachtig opgesteld.

Paula Bisdom Van Vliet hing het chinese porselein in figuren aan de wanden

Paula Bisdom Van Vliet was ook dol op serviezen. Ze hield bij van welk servies haar gasten hadden gegeten, zodat ze een volgende keer het eten op een ander servies opgediend kregen.
Aan liefdadigheid deed ze trouwens ook. Ze gaf handgeschreven tegoedbonnen aan arme sloebers die bij haar aanbelden. Ze konden ze inleveren bij de plaatselijke middenstand, die keurig betaald kregen als ze de bon inleverden bij mevrouw Bisdom Van Vliet, vertelde de conservator me.

No comments:

Post a Comment