Wijn kopen we bij onze agriturismo, waar Valeria ook heerlijke Vinsanto verkoopt. Er is, ondanks dat we in een olijfgaard verblijven, geen olijfolie te koop. De gehele opbrengst is dit jaar voor eigen gebruik. De olijfoogst was vorig jaar zo mager dat er niets meer overbleef. Maar de Coop in Tavarnelle barst bijna uit zijn voegen van de olijfolie en wijn. Wat een feest! De wijngaarden zijn prachtig. We zijn er eind april, de druivenstokken zijn net aan het uitlopen. Je ziet een zweem van groen in een strook gras en een strook losse aarde. Ze vormen een prachtig decor voor de pièves.
De eerste die we we zien is de piève San Leolino uit de 12e eeuw. Gelegen naast een kloostertje, met een mooi drieluik met een Maestà.
De eerste die we we zien is de piève San Leolino uit de 12e eeuw. Gelegen naast een kloostertje, met een mooi drieluik met een Maestà.
We moeten soms wel wat moeite doen om de piève te kunnen bezoeken. Om de piève in ons gehucht, Romita, staan allemaal hekken. We zijn er naar toe gelopen, langs olijf- en wijngaarden. Hoewel het zaterdag is, is het er een drukte van belang. Er zijn een paar werkmannen, er draait een betonmolen. In mijn beste Italiaans begin ik een praatje. Ze zijn de piève aan het restaureren. O, er gaat me een lichtje op. Bij de bushalte tegenover de dorpssuper hing een krantenartikel. Ik kon er uit opmaken dat er een discussie was geweest over de piève. Hij is zo'n duizend jaar oud en nogal vervallen. Er is geen geld voor restauratie. Ah, dat ging dus over de piève waar we nu voor staan. Ik besluit het erop te wagen en vraag de bouwvakker of we even mogen kijken. Hij roept zijn baas. Bingo!
Vrijwilligerswerk in Italië: op zaterdag een piève van 1000 jaar oud restaureren |
Hij geeft ons een rondleiding. Hij vertelt dat ze hier in het weekend werken, vrijwillig. We moeten opletten waar we lopen, de restauratie is in volle gang en gaat nog minstens een jaar duren. We zien resten van fresco's en een altaar met doopvont.
Als we Valeria vertellen wat we hebben meegemaakt, begint ze te vertellen over dorpsmeetings en over de gemeente die veel te weinig doet om het dorp op de kaart te zetten. Dat probleem speelt vast in meer dorpen, we zijn al meer vervallen pièves tegengekomen.
Als we Valeria vertellen wat we hebben meegemaakt, begint ze te vertellen over dorpsmeetings en over de gemeente die veel te weinig doet om het dorp op de kaart te zetten. Dat probleem speelt vast in meer dorpen, we zijn al meer vervallen pièves tegengekomen.
In Tavarnelle kun je de piève al van verre zien. Het ziet er heel mooi uit, een geel gepleisterde bogengalerij tussen de cipressen. Dicht en niet te bezichtigen. Er staat een gebouw naast. Ook gesloten. Het is een museum. Een museo sacra, geopend op zaterdag van 16-18 u. We noteren het. We rijden naar nog een piève. De deur staat open. Er is een mis aan de gang en de aanwezige non schudt boos met haar vinger als ze ons ziet staan. We gaan verder. Het is gaan regenen. Bij de volgende piève, San Appiano, is een parkeerplaats. Ook dicht! Deze is roze en ligt boven aan een trap. Er staat een zuilenrij voor uit de Romeinse tijd, de restanten van een doopkapel. Deze piève is ook op zaterdagen een paar uur open. We gaan snel weer naar huis.
Op zaterdag gaan we vol verwachting op pad. En we komen in een heel rustig museum, vol met schatten en een vrijwilliger die al 30 jaar aan het museum verbonden is en alleen Italiaans spreekt. Hij laat ons de mooiste dingen zien. Een middeleeuwse Madonna, van voor Giotto verzekert hij. En ook schilderijen uit de Renaissance en erna. Ik zie er een met een mooi landschap op de achtergrond. Verder ook kerkzilver, beelden en reliqiëen. Allemaal mooi opgehangen of in vitrines te zien. De man was al uiterst vriendelijk en geduldig en wordt steeds enthousiaster. Het doet een deur van het slot om ons de laatste aankopen te laten zien.
We moeten ons bijna haasten om nog op tijd bij San Appiano, de piève met de zuilen, te kunnen arriveren. Er is niemand te zien bij de ingang. We lopen de piève binnen. Daar is de meneer van de kassa. Ook in deze piève is volop activiteit. Een groep kinderen is een liedje aan het oefenen. We kunnen rustig alles bekijken en kijken elkaar aan: het is een prachtige ruimte. Dan zien we een glazen kist achter het groepje kinderen. Als we beter kijken schrik ik: er ligt een grijnzend aangekleed geraamte in. Best luguber vind ik zelf..
De dorpskinderen blikken of blozen niet bij het zien van dit aangeklede geraamte |
Het is San Appiano zelf, een lokale heilige. De kinderen blikken of blozen niet, ze hebben het zo vaak gezien. De piève mag dan oud zijn, hij is nog vol leven en staat nog midden in het dorpsleven.
De mooiste piève zien we als we terugkomen uit Volterra. Hij ligt een eind van de weg, we lopen er naar toe. Piève dei Santi Ippolito e Cassiano. Er is geen huis in de buurt te bekennen. Misschien loopt hier een oude route, we komen er niet achter. De deur is op slot, dus of hij van binnen net zo mooi is..
De pièves hebben allerlei vormen en kleuren. Naast de rose gepleisterde en de gestreepte pièves, komen we nog een gele tegen. Dicht natuurlijk. Maar aan een schitterende cipressenlaan gelegen.