Monday 31 July 2017

Bezoek!

"Kunst helpt je het leven begrijpen", zei de scheidend directeur van het Holland Festival.

Van wat kunst met mensen doet, zie ik soms een glimp in het museum.
Deze week vroeg een mevrouw wat achtergrondinformatie over een schilder. Hij was geboren in Soerabaja. Ze begint te vertellen over haar werk voor kinderen van ouders die in een Jappenkamp hebben gezeten. Ze vertelde over mensen die als kind geen geluid mochten maken thuis, omdat hun vader bij het minste of geringste in woede kon uitbarsten. Het emotioneerde haar om dat aan een vreemde te vertellen, dat kon ik zien. Haar man stond zwijgend naast haar. Hij luisterde en knikte. Mij bracht het bij mijn vader die dienstplichtig soldaat was tijdens de "politionele acties" in voormalig Nederlands Indië. Dat vertelde ik haar en het verbaasde me zelf dat ik haar dat vertelde.


Er liepen een moeder en dochter door het museum. De broze moeder aan de arm van de dochter. De dochter vroeg me de weg. De moeder pakte mijn arm vast en zei stralend: "Ik vind het zo fijn hier!" Ik herken het. ´s Morgens als ik naar het museum fiets, dan kom ik het centrum in, langs een torentje, het stadhuis en langs de kerk, onder een steunbeer door naar het middeleeuwse gasthuis, de domicilie van het museum.

 Het liefst begin ik in de bijbehorende kapel met de zestiende eeuwse altaarstukken, om dan een reis door de tijd te maken via de schutterstukken, de apotheek en de chirurgijnskamer, naar de landschappen van de Haagse School en tot slot de tijdelijke tentoonstellingen. Nu zijn dat realistische stillevens en landschappen en het modern beschilderde plateel.
Een omgeving waar zo veel te zien is dat je iedere keer weer iets nieuws ontdekt, die  rustgevend is en me tegelijkertijd stimuleert.
In mijn studietijd in Amsterdam was dat gevoel er al. Ik ging na een tentamen niet als eerste een borrel drinken maar het liefst rechtstreeks naar het Stedelijk om naar Breitner, Matisse, het café van Kienholtz en later Usher in banality van Jeff Koons te kijken.

Anderen vertellen me in het museum dat ze zelf schilderen en wat ze zien bij andere schilders. Ze kijken naar de handen op de drie schuttersstukken van De Veth. We vergelijken ze en zien hoe hij er in de loop der tijd beter in is geworden.
Enerzijds hoopgevend, oefening baart echt kunst, anderzijds ontzagwekkend

Pieter de Veth beeldde de man met een oog op twee schutterstukken af.
: wat een talent!

Ook het schilderen van een glas ging hem later beter af. Kijk nog maar eens naar het vorige schilderij. Veel doorzichtiger! 
   
Een paar Amerikaanse jongeren vertelden over hun medicijnen-studie toen ik hun, in de chirurgijnskamer een toelichting gaf bij "De Kwakzalver" van Jan Steen, waar het vrolijk toegaat op een boerenkar
Op het schilderij De Kwakzalver van Jan Steen wordt gedronken en gefeest
 en Steen allerlei symbolen laat zien, waarmee hij commentaar geeft op de kwakzalver. Zo staat er een uiltje op het schilderij, een oproep om toch vooral je verstand te gebruiken. En we zien Diogenes in zijn ton, de filosoof die bekend stond om zijn cynische instelling.

Bij het keramiek gaat het vaak over wat een oma in huis had staan of in welke fabriek een familielid werkte.
In de Erasmuszaal voerde een bezoeker een gesprek met me over gewetensvrijheid en de actualiteit van het onderwerp werd me weer heel duidelijk.

Bij een altaarstuk waar de Heilige Catharina op staat afgebeeld begon een mevrouw, die Catharina heette, over de loop van haar leven te vertellen. Ze vertelt dat ze op weg naar Zuid Frankrijk even in een dorpje ging rusten en bij een Catharina-kapel kwam aan een Martinusplein. Haar man heette Martin. Ze vond het er prachtig. Mijn moeder heette Tine, een afgeleide van Catharina en ik denk altijd aan haar als ik Catharina afgebeeld zie.




Wednesday 19 July 2017

Rome revisited

Rome, de eeuwige stad, is door de vele monumenten een vertrouwde, onveranderlijke omgeving.
We hebben het genoegen om in een appartement te wonen dat op nog geen 10 minuten lopen is van de Sint Pieter.
We lopen er iedere dag even langs en genieten van het wisselende licht en het publiek. De ene dag zien we er honderden bruidsparen die de pauselijke zegen ontvangen, de andere dag gniffelen we om de bijzondere groepen die we tegenkomen.

Op het St. Pietersplein staan de stoelen klaar.
Kerkelijke gezelschappen met banieren, koren en busladingen die zich, zonder op of om te kijken, als een log dier over het plein bewegen. Altijd met een gelijk gekleurd kastje en oordopjes. "Ah, vandaag is er een groene invasie".

We variëren iedere dag enigszins, waardoor we de beelden in de Friezenkerk afgestoft zien worden, een mozaïek gemaakt zien worden in een officiële Vaticaans souvenirshop en we zelf in de rij gaan staan voor de röntgenapparaten om de Sint Pieter in te kunnen gaan.

Mondo Catolico
Ik vermoed dat andere reizigers dan stiekem om ons moeten lachen. Mijn vriend verstopte zijn zakmes bij een poortje en toen we weer uit de Sint Pieter kwamen, gingen we het weer zoeken. Het lag er natuurlijk nog, maar waar ook alweer precies? En we moesten ons eerst door de mensenmassa wurmen.
I💓Jesus
Ook gaan we een dag mee met een excursie naar het buitenverblijf van de paus, daarvoor lopen we naar het pauselijk station en nemen plaats in de pauselijke trein.
Dit begin van de dag is een feest van herkenning.

Friezenkerk


Vandaar lopen we naar de Engelenburcht, meestal langs die wonderlijke muur met een vluchtgang voor de Paus. Op de muur was eerst een pad gemaakt, dat later een plafond kreeg en waar later nog een gang op werd gebouwd. In angstige tijden kon de paus zich zo ongezien uit de voeten maken vanuit het Vaticaan naar de Engelenburcht.
Even de zegen halen



Van de Engelenburcht lopen we natuurlijk naar Piazza Navona, ook zo'n plek waar ik elke dag even moet zijn, net als bij het Pantheon. Het liefst ook op verschillende tijdstippen op de dag, als de stroom toeristen nog op gang moet komen, overdag meegaand in de stroom en 's avonds naar een concert in de kerk of op een terras op mijn favoriete Piazza della Rotonda.

De gele groep heeft Piazza Navona ook gevonden
Naast deze vaste ingrediënten biedt Rome nog onwaarschijnlijk veel moois, dat we gretig bezoeken.

En we ontdekken zelfs ook - natuurlijk hele oude- dingen die ik niet eerder had gezien. Zelfs op het Forum Romanum, het centrum van het oude Rome, waar je een reis door de tijd maakt.
Dankzij een stortbui kwamen we in de Santa Maria Antiqua terecht
Of het waar is of niet, dat weet ik niet, maar het verhaal gaat dat iemand in zijn achtertuin aan het graven was en op een complete kerk stuitte. De Santa Maria Antiqua dateert uit het midden van de vierde eeuw en is in de negende eeuw bedolven bij een aardbeving. Ik had er nog niet van gehoord. We komen er bij toeval. Omdat het plenste zochten we een schuilplaats en kwamen bij een gang die naar de kerk leidde. We zagen er fantastische christelijke fresco's uit de zesde tot de negende eeuw en een oeroud icoon.

Fresco´s all over the place

Rome is op een bepaalde manier een beetje slaperig. Er is zo veel te zien, de Romeinen hoeven niet echt moeite te doen om iets uit te lichten. Zo hier en daar zie je sporen van het massatoerisme met een aangebouwde ingang bij de Sint Paulus buiten de muren bijvoorbeeld, maar meestal spreekt het voor zich.
Des te groter mijn verbazing toen ik in de Santa Maria Antiqua in een kapel een prachtige projectie zag van de verschillende lagen fresco's. Prachtig gedaan. Ik moest meteen denken aan de scène uit Fellini's Roma, waarin geboord wordt voor de metro. Het is er donker. Als ze licht aansteken zien ze dat de muren bedekt zijn met fresco's die, zodra ze in contact komen met de buitenlucht, meteen verdwijnen. Eeuwenoud en in een mum van tijd verdwenen.
De kerk bleek jarenlang in restauratie geweest te zijn en nog niet lang geleden opengesteld voor publiek.
Voor mijn vriend is het niets bijzonders, het was zijn eerste keer in Rome. Hij geniet van mijn enthousiasme en laat zich mijn verhalen en weetjes heerlijk aanleunen. Ineens zegt hij nonchalant: He kijk, een geheime gang.

Ook deze Santa Maria Antiqua beschikt over een binnengang, de Rampa Imperiale. Ditmaal bestemd voor keizers om ongezien de Palatijn te bestijgen en om vanuit hun paleis naar de regeringsgebouwen te  gaan. Achteloos ontdekt door een gniffelende lief. Mmm, love that man.

Sunday 16 July 2017

Marmer!

Lopend over het Piazza dei Miracoli moet ik aan het wit van Mondriaan denken. We zijn in Pisa natuurlijk. Een echt plein der wonderen. Dom, doopkapel, Camposanto en de toren natuurlijk. Beautiful as ever.
Nu staat de koepel van de Dom in de steigers. Het mozaïek was daarom niet te zien.
Eigenlijk mooier dan de vorige keer dat ik hier was. Toen werd de toren ondersteund met steigers en beugels en stonden er rijen kraampjes. We kochten er Pokemon shirts voor de kinderen. Nu heeft de toren geen externe steun meer en zijn de kramen verbannen.
De hoeveelheid marmer overweldigt me op dit middeleeuwse plein. Misschien valt het nog meer op zonder kramen. Gigantische platen marmer. En toch heel elegant.
We gaan er 's ochtendsvroeg naartoe en aan het eind van de middag weer. Wat maakt het zo mooi? Het gras draagt zeker bij. Er ligt een beeld in, een gevallen engel. En het strijklicht als de zon weer gaat schijnen na een plensbui. We scholen ervoor in het Camposanto tussen de Romeinse beelden en sarcofagen.
Het Camposanto , waarvan wordt beweerd dat in het midden grond van Golgotha ligt.
Het marmer in Pisa komt uit Carrara, uit de buurt. Deze schier onuitputtelijke groeve heeft vele beelden opgeleverd.
Prachtig materiaal. Michelangelo haalde het beeld eruit wat er in verborgen was. Hij bevrijdde het.

De Griekse beelden waren helemaal niet wit. Ze waren bont beschilderd en de ogen waren ingelegd. Toen ik dat voor het eerst hoorde, was ik geschokt. De Griekse steden had ik altijd voor me gezien als sereen en statig. Ineens bleken ze schreeuwerig geweest te zijn. Zo ongeveer zoals ik me Las Vegas voorstel. Ik voelde me betrapt.

Het was ook bevrijdend. Het riep me op om mijn eigen smaak te ontwikkelen. Er gebeurde wat kunst ook vaak doet. Je op het verkeerde been zetten..
Een schilderij van een pijp. Ceci n'est pas une pipe zet Magritte erop.
Tja, wat is mooi? De gulden snede, dat is mooi. In de zin van harmonieus. De schilderingen van Raphael zijn mooi. Prachtige mensen, zachte uitdrukkingen. Kunst die laat zien hoe mooi de wereld is, je met het leven verzoent. De Piëta, waar je naar kijkt en je eigen verdriet laat voelen en doorleven is mooi. Je voelt je minder alleen en getroost.
Mooi is ook een hand om een been. Bernini, te zien in de Villa Borghese in Rome. Het is hard marmer en ziet eruit als zachte warme huid.

Mooi is ook wakker geschud worden. Is het geen pijp? Misschien heb ik niet goed gekeken? Of.. Het ontregelt je. Wat dat is, zal voor iedereen anders zijn. Voor de een is het het zwarte vierkant van Malevitch. Dat werd ten toon gesteld als een icoon, in de hoek van de kamer. Wat werd er mee gezegd over godsdienst? Was het de ultieme stap? Na het zwarte vierkant is er niets meer? Misschien. Ik vind het heel bijzonder dat Malevitch erna figuratief ging schilderen. Dus het zwarte vierkant was niet het eindstadium.
Maakt dat het zwarte vierkant mooi? Zoals je monochromen mooi kunt vinden. Of Newman's Who's afraid of red, Yellow and blue, werk waar ik zelf energie van krijg, maar dat zo veel agressie op kan roepen dat iemand het met een mes kapot sneed.

Ik hou vooral van werk dat de overgang is van de ene fase naar de andere. Bart van der Leck met zijn primaire kleuren, waar je toch een figuur in ziet. Een strandbeest van Theo Jansen dat in beweging komt.
De kunst waar de eerste stap in het onbekende werd gezet. Je weet niet waar het naar toe gaat. Iets weglaten terwijl je wel weet dat het beter "lijkt" als je nog een lijn toevoegt.
Het ontroert me. De mens die de onweerstaanbare drang heeft om het onbekende in te gaan. Ik zie dan weer mijn zoon die zijn eerste fruithapje eet. Het mooiste dat ik ooit gezien heb. Ik ben zelf niet zo'n waaghals. Als ik Van der Leck zie voel ik een aanmoediging: doe het maar!

Tuesday 11 July 2017

Levendige tentoonstelling

Als je, zoals Museum Gouda, een tentoonstelling organiseert van stukken die in familiebezit zijn, komen er bijzondere bezoekers met verhalen.

Van Floris Arntzenius (1864 - 1925) zijn Haagse stadstaferelen in mist of regen bekend werk. Onze tentoonstelling bestond uit stillevens, schilderijen van gezinsleden, taferelen in cafés en sociëteiten, zelfportretten

en passies. Voornamelijk privé-bezit van familieleden, dat niet vaak publiek te zien was.

Een dochter in een rood fluwelen jurk. Prachtige stofuitdrukking en je ziet een eigenzinnige puber. Een zelfportret a la Frans Hals. Babyportretten, schilderende kinderen, snelle trefzekere tekeningen. Een caféscene op krantenpapier. En een strandgezicht in vlakken van grijstinten dat het museum had verworven. De bezoekers waren verrukt over deze mooie tentoonstelling.


Naast een bus met bewoners van de Arntzeniusstraat en een verzamelaar die de tentoonstelling met haar eigen collectie vergeleek, kwamen er veel familieleden. Uit allerlei delen van het land, de verschillende takken waren uitgewaaierd. Ze reisden ook vanuit andere landen om te kijken. Sommige familieleden hadden nog stukken in huis of ze hadden het zien hangen bij bijvoorbeeld hun oma of hun tante, vertelden ze.

Tot de bezoekers hoorden ook kinderen van huispersoneel, die wel eens met hun moeder meegingen en nu de schilderijen terugzagen die ze vroeger dan in het grote huis zagen. Ze vertelden dat ze het spannend vonden om door het mooie huis te dwalen.
Deze stoet van bezoekers vertelde verhalen over de familie en wat ze er meegemaakt hadden.
Over Floris die de Amsterdamse Rijksacademie had gevolgd met onder meer George Breitner en Isaacs Israels. Een gids typeerde hem als de Breitner van Den Haag.
Hij had Het Puttertje nageschilderd voor de verjaardag van zijn vrouw, vertelde een nazaat. Ze vertelde er thuis enthousiast over toen ze het in het Mauritshuis had gezien.
Het klassieke portret van dochter Lieke leek op een meesterproef, je kon het vakmanschap van de Kunstacademie voelen. Ze droeg er -bijzonder voor die tijd- een horloge op.
We hadden meerdere versies van een kussende man en een roodharige vrouw.
Van deze passie zijn vijf versies te zien geweest in Museum Gouda.
Gebaseerd op zijn fantasie, zijn ervaring of op een boek over gepassioneerd leven, dat hij in huis had? Er deden verschillende verhalen de ronde. Een van die schilderijen werd halverwege teruggenomen uit de tentoonstelling en geveild en er werd weer een andere aan toegevoegd.
Net als een schilderij van een schilderende Liede, zijn vrouw. Zij schilderde ook, was dat minder gaan doen toen de vier dochters klein waren en pakte het weer op na de dood van haar man.
En ook een aantal dochters werd schilder.

Er kwamen verhalen over een echtgenoot die eerst met de ene dochter getrouwd was en later met een andere. Een stiefzoon wist er meer over te vertellen.
Floris was lid van Pulchri Studio in Den Haag. Het leverde een paar mooie werken op. Met vrij donkere, grote vlakken en een kleuraccenten.

Paul, zijn zo'n twintig jaar jongere achterneef, was ook schilder. Daarnaast was hij verzamelaar. Weissenbruch, Tholen, Isaac Israels, Metzelaar, Gabriel, werk van hemzelf: hij heeft het gelegateerd aan Museum Gouda.

In zijn collectie wel werken van schilders die ze allebei kenden, zoals Isaacs Israëls en Tholen, maar niet van zijn achterneef die in de stijl schilderde die Paul Arntzenius zo waardeerde.

Paul Arntzenius schonk, naast zijn verzameling schilderijen, zijn verzameling Asiatica aan Museum Gouda. 


Het museum en de verhalen brachten de neven dicht bij elkaar.


Sunday 2 July 2017

Meet Vasari

Het is nog niet zo lang geleden dat ik over Vasari hoorde. Een vriend vertelde me over hem. In Toscane kom ik hem overal tegen.


Het wemelt werkelijk van werk van hem
in Toscane.

Ik gok dat de Vasari-gang uiteindelijk zijn bekendste werk is, dankzij 'Inferno' van Dan Brown. We hebben de gang, een privé- pad, eens goed bekeken in Florence. Vasari ontwierp deze privé-gang voor de puissant rijke familie De' Medici. De familie wilde ongestoord binnendoor vanuit hun woning Palazzo Pitti naar het Uffizi en Palazzo Vecchio kunnen gaan. Ze hoefden trouwens niets eens te lopen, er was een karretje waar je in kon gaan zitten.
De gang begon bij de Grot in de  Boboli tuinen

wikkelde zich om een toren heen

ging over de Ponte Vecchio

Naar het Uffizi
Het pad loopt boven over de Ponte Vecchio en gaat buiten om een toren heen. Deze omweg werd gemaakt omdat de eigenaar geen toestemming gaf om gebruik te maken van de toren. Het zwevende pad komt uit bij de merkwaardige Grotto di Buontalenti in de Boboli tuinen achter Palazzo Pitti.

De De' Medici is de beroemdste familie van Florence. Vasari was hun huisarchitect. De' Medici begonnen als bankiers van de paus en werden hertogen van Florence. Cosimo I was de eerste groothertog van Toscane. Een actieve familie. Ze beschermden Galilei toen hij zijn theorie lanceerde, die de kerk niet beviel. Ze kochten beelden die gedolven waren in Rome. Ze stichtten het eerste museum, het Uffizi. Ze gaven opdrachten aan kunstenaars als Michelangelo en, zoals we al zagen, Vasari.
Het Uffizi zelf is trouwens ook een ontwerp van Vasari. En de beschildering van de koepel van de Dom in Florence is een van de laatste werken van zijn hand, dat hij niet af kon maken. Ook de verbouwing van de Santa Croce staat op zijn naam, zo kan ik nog wel even doorgaan.
Een veelzijdig man, deze Vasari. Architect, schilder, dat zagen we in Florence.

We gingen naar Arezzo, de stad waar Vasari vandaan komt. We liepen het Piazza Grande op en daar zag ik Caffe Vasari. Een heerlijk Italiaans café aan een bogengalerij. Die ontworpen was door Vasari trouwens. En de prachtige kerk waar we zicht op hadden, de Pieve di Santa Maria was verbouwd door Vasari om er plaats te maken voor een familiegraf.

In Arezzo is ook Casa Vasari te bekijken, het woonhuis van Vasari. Hij verbouwde het eerst en heeft de volgende 20 jaar de wanden en plafonds beschilderd. Met fresco's van scènes uit mythen en uit de bijbel.
En je kunt er zijn verzameling schilderijen zien.
Dit was nieuw voor me. Die vriend vertelde me namelijk over Vasari de schrijver. Vasari schreef namelijk ook nog een boek over de levens van tientallen kunstenaars en wordt beschouwd als de eerste kunsthistoricus. Hij schreef 'De levens van de beroemdste schilders, beeldhouwers en architecten van Cimabue tot deze tijd' in 1550. Hij had zelfs nog tijd voor een nieuwe uitgave in 1568. Dankzij dit boek weten we dat Michelangelo in zijn kleren en met laarzen aan sliep omdat hij zich geen tijd gunde om zich uit te kleden.
Het bevat ook een beschrijving van leven en werk van Vasari zelf.
Vasari heeft het plafond van zijn huis beschilderd
Het boek inspireerde ook een Nederlander, Carel van Mander. Hij ontmoette Vasari, vlak voor Vasari's dood en in 1604 schreef deze Nederlander het Schilderboeck. Hij beschrijft er zijn ontmoeting met Vasari in.
De stukken over Vasari kan ik nergens meer vinden. Ik was in zijn huis, ik liep door zijn bouwwerken, zag zijn fresco's en schilderijen, las zijn geschriften. Een druk baasje, maar de man is verder raadselachtig voor me gebleven. Net zoiets als bij Mozart en Caglieri. In die film met die giechelende Mozart zie je Mozart achteloos bedrieglijk eenvoudige composities maken. Caglieri, zijn docent, speelt heel goed piano, volgens de regelen der kunst. Hij ziet het talent van zijn leerling. Hem zijn we vergeten. Net zoals Vasari mij niet bekend was.