Tuesday 27 November 2018

Kunst van vrouwen uit de jaren 80; lang geleden.

"Ja, en wat is nu de boodschap; het statement tegen mannen?", vraagt een mevrouw me terwijl we kijken naar werk van Dorian Hiethaar. Hiethaar schildert het bos dat ze sinds haar jeugd kent. Nu, zo'n dertig jaar later, schildert ze het nog.
Ik kijk de mevrouw aan. " Nou, Josine de Bruyn Kops kocht in de jaren 80 kunst van vrouwen aan om hen een podium te bieden", begin ik. "Ja, ja, dat is toch achterhaald", zegt een andere mevrouw. Ik haal mijn Ipad tevoorschijn en laat recent werk van Dorian Hiethaar zien. "O, wat mooi", hoor ik. "Kijk hier begon het mee, ze heeft zich verder kunnen ontwikkelen, ziet u wel?"

Vroeg werk van Dorian Hiethaar in Museum Gouda

Recent werk van Dorian Hiethaar. Ze woont in Joppe bij haar lievelingsbos.

Tijdens de rondleiding van een tentoonstelling met impressionisten meld ik wel even dat vrouwen toen niet toegelaten werden op Kunstacademies. Maar goed dan hebben we het over eind 19e eeuw.
Vorige week vertelde Liesbeth Brandt Corstius, voormalig directeur van Museum Arnhem over haar vriendschap met Josine de Bruyn Kops, voormalig directeur van Museum Gouda.
Ze waren studiegenoten en bezochten eind jaren 70 een tentoonstelling van jonge kunstenaars in Parijs. Ze zaten later op een terras en constateerden dat er geen enkele vrouwelijke kunstenaar bij de tentoonstelling was. Ze konden ook niet echt vrouwelijke kunstenaars noemen van wie werk te vinden was in musea.
Ze besloten er iets aan te doen.

Dus toen Josine de Bruyn Kops directeur van Museum Gouda werd, voegde ze de daad bij het woord en kocht kunst van vrouwen aan.

Ik vertel in mijn rondleiding dat Marijke de Goey dertig jaar geleden "Dansend Vierkant" maakte, dat aan de snelweg bij Arnhem staat. Liesbeth Brandt Corstius had haar als jong talent in het lijstje kandidaten opgenomen.

Marijke de Goey's werk bij Arnhem, "Dansend Vierkant".

Er staat nu werk van haar over de hele wereld.

Marlene Dumas behoort tot de top en behoeft geen toelichting.
Bettie van Haaster ontving de Jeanne Oostingprijs 2018; de jury prijst haar ingetogen en fonkelend oevre. Haar kleurenpalet uit haar vroege werk zie je terug in het gelauwerde "Lichaam" uit 2017.

Bettie van Haaster in Museum Gouda

"Lichaam' uit 2017, bekroond met de Jeanne Oostingprijs 2018.

Maria van Elk ging aan de Aki in Enschede studenten begeleiden bij het maken van conceptuele kunst. Stansfield en Hooykaas maakten videokunst van een stromende rivier en bomen, nu maken ze gevelkunst.



Gabriëlle van de Laak maakt prachtige werken, geabstraheerde vrachtschepen in een rivier, 3 dimensionale illusies, nog steeds herkenbaar vanuit het vroege werk.

Spelen met illusie en 3D. Recent werk van Gabriëlle van der Laak
Gabriëlle van der Laak in Museum Gouda


De vrouwen die ik rondleid noteren de namen. "Interessant", zeggen ze. Ik verwijs ze naar een recent artikel in het Financiële Dagblad met de titel: "Daar komen de vrouwen". Toen ik de titel zag dacht ikzelf ook: die zijn er toch al lang?"

Maar toen een werk van Jenny Saville laatst $ 9 miljoen opbracht en het de hoogste prijs voor een kunstwerk van een nog in leven zijnde kunstenares bleek te zijn, begreep ik het: dat idee van een podium van Josine de Bruyn Kops en Liesbeth Brandt Corstius was zo gek nog niet. Pasgeleden bracht "Portrait of an artist" van David Hockney $ 90 miljoen op. De hoogste prijs voor een werk van een nog levende kunstenaar. Daarbij verbleekt de loonkloof tussen vrouwen en mannen.

De tentoonstelling in Museum Gouda bevat vroeg werk van een aantal meesters. Hou ze in de gaten!

Thursday 15 November 2018

Nieuw woord: schilderijtrailer

Veilinghuis Christie's maakte voor de prestigieuze najaarsveiling trailers van schilderijen. "Storytelling", aldus Christie's, slimme marketing, wat mij betreft. Dat heeft kunst toch niet nodig!
Ik weet het: ik schrìjf over kunst. En er zijn films over kunst, magazines, wandelingen langs geschilderde plekken, kunstboekhandels en ga zo maar door.

Sommige mensen vinden dat je een schilderij ervaart door er naar te kijken, dat het gaat om de pure visuele beleving.
Dat is zeker zo. Een beeld kan je grijpen. Het kan je boos maken, verdrietig of vrolijk. Wat werd ik vrolijk van de knipsels van Matisse, ik word rustig van de primaire kleuren van Mondriaan, moeders met kind laten me zelden onberoerd.

Maar voor mij kan de geschiedenis van een schilderij ook belangrijk zijn. Oude schilderijen hebben vaak veel meegemaakt; ze hebben oorlogen of de beeldenstorm overleefd, verstopt, begraven of in een treinwagon. Schilderijen zijn soms een deel van een groter doek , - of meerdere- , ze hebben in de slaapkamer van een koningin gehangen, de afbeelding is nieuw omdat er buiten werd geschilderd of omdat iemand had uitgevonden hoe je perspectief kon schilderen; kunst kan een beweging in gang zetten of is op een bijzondere plek, zoals een concentratiekamp, gemaakt. Soms zie je meer als je dat weet, of je begrijpt het beter. Tenminste, ik wel.

Er blijken dus ook trailers van schilderijen te zijn. Dwdd liet de trailer zien van een zwembadschilderij van David Hockney. Hockney maakt fantastische schilderijen, dat staat voor mij buiten kijf. Hoewel ik zijn latere schilderijen van landschappen in zijn geboortestreek het mooist vind, zijn de schilderijen met zwembaden ook heel mooi.

Hockney aan het werk aan zijn gigantische doeken van het landschap uit zijn jeugd in Groot-Brittanie. Wat een explosie van kleuren! En ook heel warm. Wat een compositie! Een lust voor het oog.

Portrait of an artist (Pool with two figures) van David Hockney uit 1972.  Christie's heeft er een trailer bij gemaakt. Zonder tekst, ze verwachten belangstellenden in 40 landen te bereiken.

Maar een trailer?! Het verhaal erachter, dat van Hockney's liefdesverdriet, de tragiek van de onbereikbare liefde, is heel invoelbaar.
Maar de marketing en de belangen van het veilinghuis, het pitchen van het duurste schilderij van een nog levende schilder, al die humbug eromheen, daar word ik wel een beetje verdrietig van. 80 miljoen dollar was de geschatte opbrengst, dat is voor gewone stervelingen buiten ieder bereik. En de opbrengst overtrof de verwachting: $ 90 miljoen.

Kijk in plaats daarvan liever eens een kwartiertje naar je favoriete schilderij.

Yorkshire was de inspiratie voor dit schilderij. Hockney ging de serie schilderen na de dood van zijn moeder. 

A bigger splash. Brengt je naar een warme zomer in Amerika, met opspattend water. Bommetje!

Ik keek naar Tecla van Rineke Dijkstra. Onbeschrijflijk, zo mooi, daar blijf je naar kijken.

Tuesday 30 October 2018

Meer over kunst in Portugal

Mijn lief nam me in Lissabon ook mee naar een groot particulier museum, het Calouste Gulbenkian. Ook daar was de geschiedenis dichtbij. Ik kocht de collectie-catalogus, mijn lief bestudeerde de biografie van de grondlegger, Calouste Gulbenkian. Waarom zou een rijke Armenier, die drie huizen bezat, waarvan geen enkele in Portugal, zijn enorme collectie aan dit land hebben geschonken? Gulbenkian kwam in Portugal terecht, toen hij op de vlucht was in de Tweede Wereldoorlog. Portugal was in die tijd een dictatuur die neutraal was in de oorlog. Uit dank schonk Gulbenkian zijn enorme kunstcollectie na zijn dood. De stichting van het museum in 1956 had heel wat voeten in aarde. Er ontstond een museum voor de "founders- collection".

Sonia Delaunay schildert de fado als ze tijdens WO I in Portugal verblijft. Ze vermengt pigmenten met hete was om heldere kleuren te gebruiken. Ze noemt het orfisme. De Delaunays werken samen met Portugese kunstenaars als Amadeo de Souza-Vardoso en Eduardi Viana en dichter Almada Negreiros.

In de jaren 80 kwam er een museum voor moderne kunst bij. In dat museum is de geschiedenis ook voelbaar. Je vindt er een overzicht van de "Novo Estado-periode", de tijd van dictator Salazar, die eindigde door de Anjer-revolutie in 1974. Ik zag dat daaraan voorafgaand eerst in 1908 de koning was vermoord en er vervolgens een republiek kwam, die bloedig werd beeindigd en leidde tot een dictatoriaal regime.
De censuur, geheime dienst en geweldadige onderdrukking van het Salazar-regime bedierven het kunstklimaat. Ik zocht naar iets als pop-art, maar dat was er eigenlijk niet. Het kunstklimaat herstelt zich stap voor stap sinds 1974. De Stichting Gulbenkian heeft nog steeds olie-aandelen en koopt jaarlijks moderne Portugese kunst aan. Ook verleent het beurzen aan kunstenaars. Het is daarmee voorloper op het gebied van moderne en hedendaagse kunst in Portugal.

Maria Beatriz. Haar poetische kunst is te zien in het Gulbenkian en ook in Museum Gouda





Je vindt het een en ander in het moderne Gulbenkian, de kunstenaars lijken zoekend. Maar gelukkig vind je ook kunst buiten het museum. Op straat zie je veel muurschilderingen, waar de vitaliteit vanaf spat.
Muurschildering in Lissabon, die verwijst naar de fado.
Street-art als nieuwe variant op de aloude tegelkunst. Bansky inspireert Portugese kunstenaars. Die komt liever niet op veilingen en in musea terecht.


In Covilha is de Santa Maria versierd met tegels en streetart, zoals deze blowende engel. 


Monday 22 October 2018

Bij kunst in Portugal

Ik zag Portugal vooral als een armlastig Zuideuropees land waar veel EU-geld in is gestopt en waar de crisis hard heeft toegeslagen. Mijn man is al lang fan. Hij zegt vaak dat hij weinig van kunst weet, maar in Portugal zei hij "Kijk eens naar de manuelistische stijl." Ik keek hem met een lege blik aan. "Welke stijl?" De rollen waren omgedraaid. Na een paar bezoeken worden het karakteristieke van het land en de roemruchte geschiedenis meer en meer onthuld. Zoals vaker ontdek ik de geschiedenis aan de hand van de kunst. Het land heeft zo'n eigen sfeer.

De tegels, de azulejo's, geven sfeer binnen en buiten. In en op woningen, (metro)stations, restaurants uitzichtspunten en kerken, je ziet ze overal.
In Sintra zijn in het koninklijk paleis heel veel tegels te zien.




Met geometrische patronen, die je meteen aan Escher doen denken, maar ook historische scenes en natuur- en landschapsbeelden. Ze herinneren aan de Moorse periode, dat was van de 8e tot de 12e eeuw, maar de bloeiperiode was in de 18e eeuw. Je ziet ze zo veel, voor mijn gevoel hebben ze de schilderkunst verdrongen. De schilderijen vallen minder op, vooral in de kerken, waar je aandacht ook wordt getrokken naar de dramatische en aangeklede beelden.
Maria, het kind en Jozef in her Hieronymus- klooster in Lissabon. 


Jachttaferelen in Sintra

De tegels zijn vaak ook schilderijen, zoals de historische tableaus in de miradors, de uitzichtspunten en stations, zoals in Porto.

De architectuur is vaak stoer. De Se's, kathedralen, lijken forten, vierkant, bruin met weinig versiering. Sterker: die functie hadden ze ook. De azulejos verzachten. In de Se in Lissabon bijvoorbeeld is het doopvont versierd met blauwe tegels. De Se is gebouwd op de resten van de moskee en werd in de periode van de Reconquista, eufemistisch de "herovering", ook daadwerkelijk gebruikt om zich terug te trekken tijdens de strijd.

In de tijd van de ontdekkingsreizen verwezen de versieringen op gebouwen naar de scheepvaart. Aha, daar doelde mijn man op: de manuelistische stijl. Dikke touwen, schelpen, zeemonsters, koraal en draken die in hun eigen staart bijten, je komt ze op veel plekken tegen: in Tomar, Batalha, het Hieronymusklooster in Lissabon (Mosteiro dos Jieroni.os) en Alcobaca. De manuel stijl, van 1490 tot 1540. Na de ontdekkingen van Vasco da Gama en Cabral werd Portugal welvarend door de handel in goud en specerijen. Koning Emanuel I werd een rijk man en liet veel bouwen.
Het was even wennen. Iets te stoer en grof, vond ik. Toen ik de mythische wezens zag, begon het voor me te leven. Elke zuil is anders. Vooral de geabstraheerde planten en dieren in allerlei vormen, spraken me aan.



Een adelaar in een boom


Bladeren en vruchten

Een fabeldier, denk ik


Een zuil met bloemen en planten in het Hieronymus- klooster in Lissabon 

Bloemen, vruchten en bladeren


Ik werd steeds enthousiaster. "Niet gek he", zei mijn man.

Tuesday 2 October 2018

Kunstverzamelingen

De afgelopen tijd liep ik tegen kunstverzamelingen in alle soorten en maten op.

Kunst in je huis, dat is natuurlijk super.
Sommige mensen verzamelen kunst. Soms heel veel kunst. Niet een paar mooie dingen voor in huis, nee een huis bomvol kunst.
Maar wat gebeurt ermee als je er niet meer bent? Vaak hebben de verzamelaars er over nagedacht.

Kort geleden werd een aantal kunstverzamelingen geveild. Die van Peggy en David Rockefeller bijvoorbeeld, met onder veel meer een roze Picasso, een Odalisque van Matisse en waterlelies van Monet. David was de zoon van een oliemagnaat, zijn vader was, naar wordt gezegd, de rijkste mens ooit.

Hij had aanvankelijk weinig interesse in kunst. Dat begon pas toen hij in de board van het Moma in New York kwam, waar zijn moeder medeoprichter was. Een indrukwekkend begin van een spectaculaire kunstcarriere.

De veilinghuizen boden tegen elkaar op om de collectie te mogen veilen. Ze garandeerden een minimale opbrengst. De opbrengst was krap 700 miljoen euro, niet slecht voor de twaalf goede doelen, zoals een universiteit en het Moma in New York, die de opbrengst ontvingen. Dat de naam van de schilder de prijs kan opdrijven, tja, maar ook de naam van de verzamelaar kan dat doen. Christie's adverteerde met: Live like a Rockefeller voor de veiling in het Rockefeller Centre in New York.

In Museum Gouda is de collectie van Paul Arntzenius te bewonderen. Arntzenius, uit een kunstenaarsfamilie en zelf ook schilder, bood zijn collectie aan musea aan met als voorwaarde dat de werken bijna permanent werden getoond. De collectie is op dit moment uitgeleend aan het Groninger Museum, waarvan Gouda nu de collectie Veendorp in bruikleen heeft. Veendorp kwam uit een bemiddelde familie met steenfabrikanten en hield van kunst. Arntzenius en Veendorp kenden elkaar. Ze verzamelden in pakweg de eerste helft van de twintigste eeuw deels dezelfde soort schilderijen, van de School van Barbizon en de Haagse School, omdat ze bang waren dat de (figuratieve) schilderkunst in de verdrukking kwam door de opkomst van de modernere en abstracte kunst.

Je kunt ook zelf een museum oprichten. Calouste Gulbenkian deed dat. Hij kwam uit een bemiddelde Armeense familie, was rijker geworden in de olie-business in het begin van de 20e eeuw en had huizen in Istanboel, Parijs en Londen waar de kunst in rijen opgesteld stond.


Ik zag zijn musea in Lissabon met prachtige islamitische kunst, maar ook griekse en romeinse. En ook twee Rembrandts afkomstig uit de verzameling van Catharina de Grote in de Hermitage, die hij discreet had kunnen kopen toen Rusland in geldnood zat.


Turkije, Ottomaans Rijk

Ook hangen er twee schilderijen van Turner, de engelse schilder van ongekende klasse, die voor veel schilders een inspiratie is.

Ook in het Gulbenkian: prachtige art nouveau sieraden, ontworpen door Rene Lalique rond 1900. 

Gulbenkian was een echte liefhebber, hij zag de kunstwerken als zijn kinderen. De stichting is nog steeds rijk. De olie-opbrengsten worden nu aan de aanschaf van moderne Portugese kunst besteed, waar een apart museum voor is gebouwd. Gulbenkian dankte op deze manier Portugal dat hem onderdak had verleend in de oorlog. 

Deze collectie moderne kunst is spraakmakend in een land dat tot de Anjerrevolutie in 1974 een dictatoriaal regime had en moderne kunst geen kans gaf.
Portret van een oude man uit 1645. Gulbenkian kocht deze Rembrandt in 1930. Het bevond zich in de Hermitage in Petersburg.

Je kunt ook je huis met kunst als museum bestemmen. Paula Bisdom Van Vliet besloot dat dat na haar dood (in 1923) moest gebeuren. De familie had in de VOC geinvesteerd en verzamelde heel veel chinees porselein. Ik zag haar huis in Haastrecht het afgelopen weekend. Het dateert uit 1875 en het is er alsof de tijd heeft stilgestaan. Het porselein staat er prachtig opgesteld.

Paula Bisdom Van Vliet hing het chinese porselein in figuren aan de wanden

Paula Bisdom Van Vliet was ook dol op serviezen. Ze hield bij van welk servies haar gasten hadden gegeten, zodat ze een volgende keer het eten op een ander servies opgediend kregen.
Aan liefdadigheid deed ze trouwens ook. Ze gaf handgeschreven tegoedbonnen aan arme sloebers die bij haar aanbelden. Ze konden ze inleveren bij de plaatselijke middenstand, die keurig betaald kregen als ze de bon inleverden bij mevrouw Bisdom Van Vliet, vertelde de conservator me.

Sunday 23 September 2018

Touwtrekken om Rembrandt

Het klonk als een sprookje: onbekende Rembrandt ontdekt; voor het eerst in 40 jaar. Het gaat om een roodharige jongen, waarschijnlijk een achtergrondfiguur van een oorspronkelijk groter doek.
Het onlangs aan Rembrandt toegeschreven schilderij, waar de commotie over is. 

Het ontdekte schilderij is misschien deel geweest van een groter schilderij

Jan Six, een jonge kunsthandelaar, kwam er mee naar buiten. Hij is een nakomeling van de Jan Six die Rembrandt in 1654 schilderde; dat schilderij uit 1654 hangt in het Six-huis aan de Amstel. Het pas ontdekte schilderij, de rossige jongeman, hing in de nieuwe Hermitage, er schuin tegenover. Geert Mak heeft een bestseller geschreven met de Jan Six uit 1654 op de omslag: een geschiedenis van Amsterdam aan de hand van de familie Six.

Jan Six in 1654


Jan Six publiceerde het verhaal van de ontdekking van de Rembrandt met de rossige jongen.

En dan een paar dagen geleden het verhaal dat kunsthandelaar Sander Bijl het schilderij ook ontdekt had en dacht er afspraken over te hebben gemaakt met Jan Six.

Het werd door Sotheby's aangeboden als een werk uit de omgeving van Rembrandt. Six beweert dat Ernst van de Wetering, de Rembrandt-expert die de authenciteit bevestigde, had laten vallen dat de Rembrandt werd aangeboden. Expert over de rooie. "Daarom heb ik me nooit met de kunsthandel ingelaten!" "Mijn vriendschap met Six is voorbij", kopt NRC. Sander Bijl verwijt Six met een ander een boven het met Bijl besproken maximum-bod uitgebracht te hebben en met de eer te zijn gaan strijken. Bijl eist zijn deel. Het wordt een moddergevecht en Six gooit er nog een schepje bovenop, hij zegt dat Bijl nooit een spraakmakende ontdekking heeft gedaan.

Voor mij als leek wordt er een tipje van de sluier opgelicht van hoe het er aan toe kan gaan in de kunsthandel. Het sprookje is een grieks drama geworden met haat en nijd, jaloezie, familiebanden, wraak en namen die te grabbel worden gegooid.

Wat Rembrandt er van zou hebben gevonden zullen we nooit weten. Wel weten we dat Rembrandt's leven ook niet bepaald rimpelloos verliep. Hij kwam uit een redelijk bemiddelde familie, was al jong een succesvol schilder, die ook werk verkocht. Het was echte liefde tussen hem en Saskia. Zijn vrouw Saskia van Uylenberg was vermogend. Tot zover het goede nieuws. Drie van hun vier kinderen sterven jong. Als Saskia en Rembrandt een mooi huis kopen, het tegenwoordige Rembrandthuis aan de Jodenbreestraat in Amsterdam, doen ze een aanbetaling. Maar Rembrandt koopt kunst en kledingstukken die hij schildert. Saskia sterft als ze 29 is. Haar bezittingen laat ze aan haar jonge zoon na, omdat ze de koopdrift van haar man niet vertrouwt. Als na zes jaar de rest van de koopsom betaald moet worden, lukt dat dan ook niet. Rembrandt wordt failliet verklaard, zijn huis uit gezet en verliest zijn lidmaatschap van het schildersgilde; hij kan geen schilderijen meer verkopen. Geertje Dirxx neemt de zorg voor Titus op zich. Zij en Rembrandt krijgen een verhouding. Als Rembrandt zijn belofte om met haar te trouwen verbreekt, daagt ze hem voor het gerecht. Rembrandt wint het geding, met de verplichting haar te betalen. Om hieraan te ontkomen laat hij haar krankzinning verklaren en in een spinhuis in Gouda opnemen. Daar stel ik me zoiets bij voor als de dwangarbeid bij de zusters van de Goede Herder, die niet zo lang geleden nog bestond.
Zijn zoon en nieuwe partner Hendrickje Stoffels beginnen een kunsthandel. Ze verkopen er het werk van Rembrandt en Rembrandt is bij hen in dienst. Rembrandt bleef tot zijn dood financiele sores houden. Sommige schilderijen krijgt hij terug van de opdrachtgever omdat ze niet voldoen aan de verwachtingen. Een opdachtgever bijvoorbeeld vindt het te grof geschilderd. Zijn historiestuk voor het nieuwe stadhuis in Amsterdam (het huidige Paleis op de Dam), De samenzwering van Claudius Civilis, krijgt hij terug en snijdt hij in stukken om het in delen te verkopen. Zijn zoon sterft, evenals Geertje. Rembrandt krijgt uiteindelijk een paupersgraf in de Westerkerk.

Nee, ik denk dat Rembrandt niet met zijn ogen geknipperd zou hebben als hij van het getouwtrek van nu had geweten.

Monday 3 September 2018

Kunst uit je jeugd

De Escher- tentoonstelling in het Fries Museum in Leeuwarden was fascinerend. Perfect gepresenteerd klopte alles. De tekst, het gerichte licht. Je kon een selfie maken van de litho "Hand met spiegelende bol". Ik had een paar landschappen gezien in Den-Haag, maar werd er nu echt door gegrepen. Ik werd weer verliefd op San Gigminano en Siena, Escher laat een prachtige regelmaat en structuur zien. Wat jammer dat hij zich niet gewaagd heeft aan het Friese landschap.



Escher's spel met de werkelijkheid inspireerde hedendaagse kunstenaars in de mischien nog wel indrukwekkender tentoonstelling Phantom limb op de bovenverdieping. Aan het eind dacht ik Escher te begrijpen.

Michiel Kluiters.  Net als Escher kan hij  het niet laten te spelen met de onomstotelijke werkelijkheid.

Luminal van Matthijs Munnik. Je raakt in verwarring in een ruimte met hallucinerende kleuren en wanden zonder begin en eind

Fantasische trompe l'oeils van Lieven Hendriks

De tentoonstellingsaffiche was heel bekend voor me. De houtsnede Dag en nacht staat erop. Een reproductie hing bij ons thuis in de keuken. Ik zat er tijdens het eten vaak naar te kijken.

Sommige kunst ken je al heel lang. In het geval van Escher bood dit werk daarom weinig nieuws. Escher maakte houtsnedes, lino's en litho's. Gemakkelijk reproduceerbaar. Dat deed Escher dan ook veel. De laatste periode was hij vooral daar mee bezig met en kwam hij nog amper toe aan het maken van nieuw werk.

Niet altijd maakt bekend bemind. Toen ik klein was hing er een reproductie van De Zaaier van Van Gogh bij ons boven de kolenkachel. Ik was er bang voor. Het was voor mij duister, een klein schilderij in een zwarte lijst en de grote figuur van de zaaier kwam dreigend op me af. Ik kan me niet herinneren ooit mijn ouders gevraagd te hebben waarom ze het hadden opgehangen. Misschien omdat het verwijst naar Christus, de zaaier. Het kreeg in ieder geval geen plek in ons nieuwe huis. Jarenlang heb ik Van Gogh links laten liggen. Pas toen ik de zaaier in het echt zag in Amsterdam, met helder blauw en de gele bol wol, de zon, in een groene lucht met roze, begon het werk te leven.
Ik denk dat we thuis een b-kwaliteit reproductie boven de schoorsteen hadden hangen. Niet doen. Een extra reden om in mijn huis origineel werk op te hangen. Of de fries Escher.

Thursday 30 August 2018

Rineke Dijkstra

Je mist meer dan je meemaakt. Martin Bril wist het al.
Al die prachtige tentoonstellingen, alleen al in Nederland. In het museum kom ik wel beroepsbezoekers tegen, die heel veel zien. Gewapend met museumkaart en seniorentreinkaart gaan ze vroeg op pad en vertrekken weer voor de spits om het maximale uit hun pasjes te halen.
Ze vertellen me hun verhaal en kennen de treintijden uit hun hoofd. Meestal met pensioen, maar laatst was er een rustige Zeeuw, die zijn hele leven voor zijn moeder had gezorgd. Sinds haar overlijden trok hij het land in. Hij vertelt me over de uitvaart van Gielliet de kunstenaar-pastoor in Zeeuws-Vlaanderen, die in zijn houten beelden liet zien wat hij eigenlijk wilde zeggen.
Soms help ik bezoekers herinneren wat ze zagen. "O, zag u de restauratie van de Rogier van der Weyden in het Mauritshuis!", zeg ik afgunstig. "Ik geloof het wel ja", mompelen ze.

Ik mis ook erg veel. Toen ik nog veel werkte was ik me dat niet zo bewust, maar nu lees ik er wel over, maar heb nog niet genoeg tijd om al dat moois en interessants te zien.
Ik miste de overzichtstentoonstelling van Rineke Dijkstra in De Pont. Maar ik zag haar werk ook op een aantal andere plekken. In de vaste collectie of in een thematentoonstelling. Wat een verrassing!
In 2017 in het Stedelijk Museum toen ze de Hasselblat-award had gewonnen. Naast Dianne Arbus, een van haar voorbeelden, in de vaste collectie van het Moma in San Francisco. In Stage of being in Museum Voorlinden.

Strandfoto van Rineke Dijkstra in San Francisco



Dianne Arbus

In Voorlinden hing werk van haar in de buurt van onder meer Louise Bourgeois.
Je herkent haar werk meteen. De schuchtere jongeren aan het strand, stierenvechters na de strijd, de jonge moeders die hun baby onwennig vasthouden.

In Voorlinden blijf ik stilstaan bij de moeders met kind. Een klassiek gegeven in de schilderkunst, ik heb duizenden Maria's met kind gezien. Hier zie ik foto's van jonge vrouwen. De foto's zijn uit 1994, in dat jaar kreeg ik ook een kind.
De houding van de vrouwen is kenmerkend voor Rineke Dijkstra's. Geen poses, het kind tegen hun blote lichaam gedrukt. Ik voel het weer, hoe dat voelde toen, het gladde kind op mijn buik dat meteen ging drinken. De ene vrouw heeft een broekje van gaas aan, het enorme kraamverband duidelijk zichtbaar. Als ik langer kijk zie ik bij Tecla een straaltje bloed langs haar been lopen.

Tecla gefotografeerd door Rineke Dijkstra


Spiralen van Louise Bourgeois